All

Grafisch ontwerper Hansje van Halem is een zelfverklaard “maximalist”. Maar “ontwerpen is ordenen” is haar ongeschreven motto. Voor DesignDigger heeft ze drie bijzondere designtips overzichtelijk op een rij gezet. “Juist in het gewone kan onverwachte schoonheid en betekenis schuilen.”

De krappe Amsterdamse werkkamer van grafisch ontwerper Hansje van Halem (1978) ligt vol stapels boeken en magazines, vellen sierpapier. De wandkasten puilen uit met met schetsen en muren hangen vol posters. Allemaal stijlvariaties op de digitale psychdelica van de Lowlands-huisstijl, sinds 2017 haar opus magnum. Kleurrijke patronen en pulserende letters die morfen en uit de platte beperking van papier of smartphone lijken te breken. “Een zinsbegoocheling die past bij festivals en muziek”, oordeelde de jury van de Dutch Design Awards, waarmee Van Halems huisstijl meteen in 2018 werd bekroond. ‘Ik ben een maximalist’, zegt ze zelf.

Lees ook deze review: Gewaagde postzegel vol gezichtsbedrog van Hansje van Halem

Hansje van Halem – FOTO Wikicommons

Muurschildering Tivoli

Van Halem groeit op in een kunstenaarsgezin in Enschede. In 2003 studeert ze af aan de Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam. “Om mij af te zetten ging ik toegepaste kunst studeren. Maar ik bladerde laatst door een boek van mijn vader met 365 nooit ingekleurde pentekeningen. Er is inmiddels ook een boek met 365 wél ingekleurde pentekeningen. Zo tekent hij lege vellen papier vol. Alsof hij horror vacui heeft, een angst voor leegte. Nou, lekker gelukt met dat afzetten.”

Naam maakte ze met haar typografie – geen functionele karakters waarmee kranten of folders worden gedrukt maar ambachtelijke kunstwerkjes. Letters met een hysterische compositie van dikke draden; cijfers die ogen als gekraste droedels. “Ik zoek de spanning tussen leesbaarheid en complete vrijheid op.” Deze experimentele vormexercities vertaalt ze net zo makkelijk naar de deur van Museum de Lakenhal in Leiden, een hekwerk op Schiphol of een reusachtige muurschildering op muziekcentrum Tivoli in Utrecht. Slechts één droomopdracht heeft ze nog. ‘Binnenkort wordt de opdracht voor nieuw Europees geld vergeven. Daarvoor moet je voorgedragen worden.’ Met een hoog stemmetje: “Ik durf het bijna niet hardop uit te spreken.”

Toch is dat “visuele geweld” slechts één kant van haar praktijk. “Eigenlijk werk ik heel rationeel. Ik vind het heerlijk om te priegelen aan één letter of heel precies een boek te ontleden in een omslag, schutblad, bladspiegel, index.” Ontwerpen is ordenen – dat is haar ongeschreven motto. Dit zijn haar designtips. “Juist in het gewone kan onverwachte schoonheid en betekenis schuilen.”

Affiche Block C – Michiel Schuurman

Affiches Block C – Michiel Schuurman

Block C is een kleine galerie in Groningen waarvoor ik met goede vriend en fijne collega Michiel Schuurman de posters ontwerp. Dat is een onbetaalde opdracht dus je krijgt alle vrijheid. Michiel maakt een autonoom beeld dat aansluit bij de kunstenaar wiens tentoonstelling wordt aangekondigd. Hij heeft voor deze collectie de Grand Prix van het posterfestival van Chaumont gewonnen, een prestigieuze designprijs. Mijn favoriet is een poster voor kunstenaar Bert Scholten, die een soort nieuwerwetse volksverhalen voordraagt. Michiel heeft daarvoor ouderwetse theedoeken en bloemetjesservies gebruikt maar dan helemaal verknipt. Die zeefdruk is een kunstwerk an sich.’

De Poezenkrant – Piet Schreuders

De Poezenkrant

‘Piet Schreuders was begin jaren zeventig ontwerper van spraakmakende jongerenbladen als Aloha en Hitkrant. Ook was hij art director van de VPRO Gids, waarvoor hij diverse prijzen won. Veel interessanter is De Poezenkrant, die hij sinds 1973 onregelmatig uitbrengt. Ik kreeg een exemplaar toen ik 6 jaar was en helemaal gek was van poezen. Pas toen ik dat nummer terugzag na mijn afstuderen, begreep ik pas waar het echt over gaat. Het is vooral een tijdschrift over tijdschriften maken. Elk krantje is compleet anders en staat vol redactionele ideeën. Wat is een smeuïge rubriek? Hoe ziet een pakkende cover eruit? Elk nummer heeft een ander formaat, papiersoort en verkoopprijs. Maar heel geestig. Het maakplezier spat er vanaf. Er staat ook allerlei onzin en rare items in, zoals een recept op een stoofpot van poes te maken en natuurlijk staat er ook een cartoon in. Soms maakt Piet Schreuders een kunstzinnige cover, dan weer ziet het eruit als een echte nieuwskrant. Of een nummer is geïnspireerd op de Privé met allerleivage roddels.’ Terwijl ze met pretogen een exemplaar omhoog houdt: ‘Onthullend: Leonardo Dicaprio heeft poezenogen!

Studio GDB

Studio GDB

‘De jonge ontwerper Gilles de Brock heeft een ouderwetse inktplotter omgebouwd tot een spuitmachine. Met een spuitkop die over een X en Y as beweegt brengt hij patronen die hij op de computer ontwerpt met glazuur over op keramiek. Dat apparaat kan kleuren over elkaar spuiten, wat waanzinnige waaiereffecten en vloeiende kleurverlopen creëert. Het oogt nostalgisch en tegelijkertijd heel digitaal. Het maakproces is ook ambachtelijk, want elke tegels is anders. Hij kan zelfs maatwerk leveren. Tegelijkertijd is het een industrieel proces, want een serie kan in principe eindeloos worden herhaald. Zijn Studio GDB is inmiddels een kleine fabriek met meerdere machines en medewerkers. Ik was een van zijn docenten op de kunstacademie in Den Haag. Ik heb zelf les gehad van de beroemde letterontwerper Gerard Unger, die mij ook mijn eerste opdracht bezorgde. Daarom wil ik op mijn beurt jong talent pushen. Niet dat Gilles het nodig heeft. Hij is pas in 2021 begonnen en heeft al 63 duizend volgers op Instagram.’

Studio GDB