Longread

“We leven al in de metaverse – en niet alleen online.” Aldus wetenschapper Esther Hammelburg

De metaverse is geen toekomstvisie maar een technologische ontwikkeling die al lang is begonnen. We leven er al in zelfs. Dat betoogt Esther Hammelburg, senior onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam. Deze longread is haar inzending op de Open Call van Design Digger met de vraag: welke rol kunnen – of misschien wel zelfs moeten – ontwerpers spelen in de bouw van de metaverse?

Esther Hammelburg,

Esther Hammelburg is senior onderzoeker Digitale Media & Creatieve Industrie aan de Hogeschool van Amsterdam. In 2021 promoveerde zij aan de Universiteit van Amsterdam met het haar proefschrift getiteld Being There Live: How Liveness is Realized Through Media Use at Contemporary Cultural Events. Het proefschrift en een goede Nederlandstalige samenvatting daarvan (met ontwerpprincipes!) vind je HIER.

De metaverse – niet daar maar hier

De metaverse wordt een strak appartement met grote ramen, eindeloos uitzicht, een surfplank en een open haard. Daar kun je ronddwalen door cleane studieruimtes en inwisselbare kantoren. Of dromerige lichte woonkamers met bloemen en vlinders. Een cleane virtuele wereld waarin we kunnen samenwerken, gamen, leren, verkopen, onderzoeken. Dat was althans wat Mark Zuckerberg ons voorspiegelde in oktober 2021.

Nu is Meta – the company formerly known as Facebook – niet het enige bedrijf dat zich bezighoudt met de metaverse. Maar deze presentatie vestigde wel de aandacht van het grote publiek op dit nieuwe fenomeen. Onze voorstelling ervan is nu sterk beïnvloed door de beelden die Zuckerberg – of eigenlijk zijn avatar – ons voorschotelde. Meta creëerde een monopolypositie door deze eerste grote visualisatiestap te maken. Maar is dit wel wat de metaverse daadwerkelijk is of gaat worden? En vooral: wat willen we dat het dan wel wordt?

Mark Zuckerberg in de metaverse

Virtuele droomwerelden

Deze virtuele droomwereld – all shiny and new – waar ons talloze nieuwe mogelijkheden te wachten staan en we onszelf zonder fysieke beperkingen kunnen ontplooien, het voelt ongemakkelijk voor mij. De focus in de gesprekken over de metaverse ligt nog te veel op technologie: AR, VR, XR, web3, blockchain, NFT’s, ga maar door. Uiteraard dragen deze technologieën bij aan de metaverse maar ze zijn het niet. En het is zeker niet zo dat als we die technologie maar verder ontwikkelen, de metaverse als vanzelf die ideale plek wordt.

De metaverse is niet daar, maar hier. Het is een ontwikkeling die al gaande is. Al decennialang spelen mediatechnologieën een grote rol in onze dagelijkse omgevingen en door digitalisering vermengen ze steeds meer met onze fysieke wereld. Onze leefomgevingen worden steeds meer hybride. Dat maakt het beeld van een afgezonderde virtuele wereld waar we in stappen achterhaald. Zoals mediafilosoof Miriam Rasch stelt in haar essaybundel Zwemmen in de oceaan: we leven in een post-digitale wereld waarin het digitale alomtegenwoordig is. Het digitale is een vanzelfsprekend deel van onze leefwereld geworden en grondig vervlochten met het analoge. Juist deze vervlechting – en niet het virtuele of digitale op zich – heeft een enorme impact op onze werkelijkheid. ‘Echt’ is niet langer synoniem voor ‘bestaand in de fysieke wereld’. Begrippen als ‘virtual reality’ en ‘in real life’ worden minder betekenisvol, want ook wat we online meemaken is ‘real’. Het virtuele beïnvloedt ons ‘life’ ook offline.

Lees deze longread over de metaverse van wetenschappelijk onderzoeker Mirjam Vosmeer: NFT FILES #5 De digitale leefwereld van de metaverse biedt nu al kansen aan jonge én gevestigde ontwerpers

De essaybundel Zwemmen in de oceaan van Miriam Rasch

Live op Twitch

In hybride omgevingen ontstaan hybride realiteiten. Zo bleek uit het onderzoek naar de beleving van live events – waarop ik in 2021 promoveerde aan de UvA – dat het online plaatsen van een foto of video voor festivalgangers cruciaal is voor het gevoel er echt te zijn. Het is een essentieel onderdeel van de festivalbeleving om op social media te delen waar je bent. Een ander voorbeeld van hybride realiteiten zijn de settings die we voor onszelf creëren om geconcentreerd te werken of studeren. Websites die je koppelen aan een online maatje om samen in een video call geconcentreerd te werken, livestreams op Twitch waarin je toekijkt hoe iemand studeert, YouTube-video’s van studerende mensen (zowel gefilmd als geanimeerd) die je als achtergrond kunt aanzetten bij het werken. Media die zich vermengen met je fysieke omgeving om een atmosfeer te creëren die je op dat moment nodig hebt.

Het proefschrift van Esther Hammelburg – en een goede Nederlandstalige samenvatting daarvan – vind je HIER

De kernelementen van de zogenoemde metaverse zijn dus al hier. We leven er al in. En als je bovenstaande voorbeelden bekijkt, is goed voor te stellen dat dit verder uitbreidt met nieuwe technologische ontwikkeling. Wat als NFT’s straks voor iedereen net zo echt zijn als euro’s? Of die studieomgevingen verrijkt worden met AR, VR of XR? De metaverse is een voortdurende technologische ontwikkeling in onze samenleving. Meer dan een vastomlijnde, toekomstige virtuele wereld is het een richting, zo zegt ook media-expert en futurist Sofie Hvitved, die als senior advisor en head of media bij het Copenhagen Institute for Future Studies waardevolle toekomstscenario’s rond de metaverse formuleert. Als we de metaverse zo bekijken, dan is de kernvraag welke richtingen wij aan de deze ontwikkeling willen geven.

Beeld van kunstenares Ines Alpha – FOTO Ines Alpha

Second Life

Daarvoor hebben we ontwerpers nodig. Ontwerpers die verder en breder denken dan de commerciële doelen van de techbedrijven. Ontwerpers die verschillende perspectieven betrekken en een flinke dosis creativiteit meebrengen. De beelden van een virtuele wereld zoals die ons worden voorgehouden in de promotievideo’s van bedrijven zoals Meta en Linden lab (de ontwikkelaars van Second Life) geven een te beperkte kijk op wat er werkelijk allemaal mogelijk is. Als we deze beelden dominant laten blijven, dan gaan we ons daarnaar richten en wordt dit onze toekomst.

Ontwerp heeft de kracht hierin te interveniëren. Dat kan op twee manieren:

Het aanjagen van debat

Ontwerpers zijn in staat om een bredere groep mensen te betrekken bij het debat over de ontwikkeling en toepassing van nieuwe mediatechnologieën in verschillende maatschappelijke en professionele sectoren. Voor veel mensen zijn discussies over deze technologieën abstract en ver van hun bed. De gemiddelde Nederlander zal niet het gevoel hebben invloed te hebben op hoe de metaverse eruit kan zien. Maar als je verschillende scenario’s voor je uitgetekend ziet, dan wordt het makkelijker om nieuwe mogelijkheden – en ook de risico’s – te zien.

Het visualiseren van de toekomst

Ontwerpers kunnen ons laten zien wat wij ons nog niet kunnen voorstellen. En dan gaat het niet om een helder, eenduidig beeld van ‘de toekomst’; juist in de visualisatie van diverse, verschillende toekomsten zit de kracht van design. Ontwerpers zijn getraind om in mogelijkheden te denken en om concepten te creëren die de grenzen verleggen van wat we nu kennen en weten. Ze kunnen onze blik verbreden en ons laten zien wat er allemaal mogelijk is buiten dat wat we al eerder hebben gezien. Wat ze bieden is een alternatief voor de eenduidige commerciële visie op de metaverse.

Promotiestill van Linden Lab

Geprivilegieerde tech bro’s.

Design kan zo een methode zijn om het debat over de metaverse te voeren en daarin verschillende maatschappelijke posities mee te nemen. Als ik nu via Google afbeeldingen zoek op ‘metaverse’ krijg ik een overzicht van gladde game-achtige omgevingen, met veel blauw en paars. Omgevingen waar ik mij niet direct in herken of bij thuis voel. Ik kan mij niet voorstellen dat mijn huis of klaslokaal er straks zo uitziet. Deze beelden scheppen afstand. Maar wat als je alledaagse mensen bij het ontwerp betrekt? Vanuit verschillende concrete posities – een beroepspraktijk, een hulpvraag, een woonwijk, een sport – op verschillende plekken in de wereld? Creatief vormgeven wat er zou kunnen, daarover in gesprek met mensen in deze posities en van daaruit weer komen met nieuwe scenario’s. En met duidelijkere ideeën over wat we wel en wat we niet willen. En dan niet alleen vanuit de geprivilegieerde positie van de Silicon Valley tech bro’s. De interactieve ontwerpgerichte aanpak kan ruimte geven aan minder dominante stemmen.

Ontwerpers kunnen niet alleen een rol spelen bij het verbreden van het debat over onze toekomst in een hybride wereld, ze kunnen deze toekomst ook vormgegeven vanuit een meer divers pallet aan waarden. Voor bedrijven zoals Meta en Linden lab is de metaverse een manier om geld te verdienen. Een businessplan. Ontwerpers kunnen daarentegen een andere insteek kiezen, visualiseren vanuit andere drijfveren en waarden. Vanuit nieuwsgierigheid, zorg voor de planeet of het streven naar sociale gelijkheid. Of gewoon als creatieve spielerei om eens te ontdekken wat er mogelijk is als je even niet doelgericht of vanuit bepaalde kaders denkt.

Presenatie van Balenciaga in de metaverse

Vanuit commercieel oogpunt worden vaak wervelende visualisaties gemaakt van een virtuele droomwereld. Het is aan ontwerpers om in beeld te brengen wat de ‘real life’ sociale, maatschappelijke en fysieke gevolgen hiervan zijn. Bijvoorbeeld de impact van digitale technologieën – die er zo clean uitzien – op onze planeet en de werkomstandigheden van mensen die de grondstoffen hiervoor moeten verzorgen. Of wat er nodig is om de metaverse toegankelijk te maken voor iedereen. Door deze factoren bewust mee te nemen in hun onderzoek, kunnen ontwerpers een toekomst met deze mediatechnologieën vormgeven waarin maatschappelijke issues wél worden meegewogen.

Phygital fashion

Zoals ik eerder stelde: de metaverse is niet daar, maar hier. Meer dan om een verre virtuele wereld, draait het om de vermenging van mediatechnologieën met onze fysieke omgevingen. Ontwerpers zijn misschien wel de enigen die daadwerkelijk in dit ‘hier en nu’ werken en de toekomst actief vormgeven. Immers, ontwerpers integreren nu al technologie in onze nieuwe woonwijken, events, gebouwen, kleding, loketten, winkels, kunst. Hierbij worden maatschappelijke belangen meegewogen. Hoe maak je die woonwijk, dat loket of die kunst toegankelijker, duurzamer, veiliger, interactiever of leefbaarder? Of, als we een virtuele omgeving als speelveld hebben, wat kunnen we daarin doen en daarvan leren om onze fysieke praktijk te verbeteren?

Een prachtig voorbeeld is The Uncensored Library. Deze bibliotheek in Minecraft werd gecreëerd door de Duitse afdeling van Reporters Without Borders als manier om te ontsnappen aan lokale censuur in de fysieke wereld en om een veilige ruimte te bieden voor persvrijheid. Hier vind je journalistieke stukken die door lokale overheden – o.a. in Egypte, Rusland en Mexico – werden verboden omdat ze de autoritaire regimes daar niet welgevallig waren. Vaak van journalisten wiens veiligheid op het spel staat of die zelfs al concreet slachtoffer werden, zoals de Saoedische journalist Jamal Khashoggi die in 2018 werd vermoord in het Saoedisch consulaat in Istanbul. Dit virtuele design is vooral een manier om persvrijheid aan de orde te stellen en te verkennen of en hoe er virtuele vrije ruimte kan worden gecreëerd.

The Uncensored Library

Of kijk naar de mode, waar we de opkomst zien van ‘phygital’ fashion waarin physical en digital met elkaar vermengen. Deels vanuit de noodzakelijke ontwerpvraag hoe de mode-industrie te verduurzamen, als verzet tegen de eindeloze productie van collectie na collectie waarbij grondstoffen er doorheen vliegen en de afvalberg groeit. Maar ook vanuit een creatieve drijfveer: ontwerpen in en voor een ruimte zonder fysieke beperkingen, hoe cool is dat.  

Hybride theater

Die notie van een wereld zonder fysieke beperkingen is natuurlijk een droom voor de creatieve geest en op zich al een uitnodiging voor veel ontwerpers – ook als daar geen expliciete vraag naar is. Zij gaan verder met experimenteren en vormgeven als de commercie al is afgehaakt.

Dit zie je nu bijvoorbeeld op het gebied van hybride events. Tijdens de coronacrisis werd er noodgedwongen veel geëxperimenteerd met online en hybride theatervoorstellingen, conferenties, concerten, festivals. Uiteraard is de live-beleving online anders dan fysiek en hebben we genoeg minder geslaagde experimenten gezien, maar er werd ook veel moois gemaakt en ontwikkeld. Nu het weer kan zetten de meeste organisatoren volop in op events in theater of festivalterrein. De digitale oogst lijkt weer vergeten. Maar ontwerpers en kunstenaars gaan verder met experimenteren en verkennen wat hybride ervaringen ons kunnen bieden.

Zo werken The Hmm, Affect lab en MU Hybrid Art House op het moment aan een Toolkit for the Inbetween: een verzameling tools, inzichten en voorbeelden waaruit iedereen kan putten bij het creëren van hybride ervaringen. Allemaal gebaseerd op inzichten uit een serie experimentele hybride events waarmee verschillende formats en platforms zijn uitgeprobeerd. Een van deze experimenten was een hybride event in september 2021 rond de expositie Real Feelings in MU. Als online bezoeker werd je in een videogesprek gekoppeld aan een buddy die fysiek aanwezig was en zo rondgeleid door de expositie. Ik was hier zelf ook online bij en heb ervaren hoe je een event ook anders kunt beleven als je zo met de vorm experimenteert. Hier is met concreet design en experimenteel onderzoek precies de stap gezet die we moeten nemen: niet het fysieke vervangen door een online wereld maar een mix van fysiek en virtueel integreren in onze activiteiten en omgevingen.

De ontwerper aan zet

Weet je nog, in de jaren 90 spraken we over ‘het internet’ als een afgezonderde plek waar we af en toe gingen surfen. Alsof het los stond van onze dagelijkse realiteit. Dat internet is inmiddels al lang niet meer een afgezonderde plek maar op allerlei manieren verknoopt met de alledaagse fysieke realiteit. Ik denk dat het huidige beeld van de metaverse als een externe virtuele wereld net zo misleidend is. We moeten nieuwe mediatechnologieën juist met onze fysieke wereld vermengen. Ontwerpers kunnen een sleutelrol vervullen in het realiseren van deze hybride werkelijkheid. Met hun meervoudige toekomstvisies bieden ze een alternatief voor de smetvrije metaverse zonder strubbelingen, dat idee-fixe van de Silicon Valley tech bro’s waarin de meesten van ons zich niet eens thuis zullen voelen.

Laat de metaverse niet een commerciële strategie van de tech-industrie zijn. Kies dit keer voor de creativiteit, de diverse positioneringen en de nieuwsgierigheid van ontwerpers. Nu kan het nog!

Deze longread is mogelijk dankzij een bijdrage van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

1 reactie op: “We leven al in de metaverse – en niet alleen online.” Aldus wetenschapper Esther Hammelburg

  1. Gideon Bergmans says:

    Wat is het verdienmodel van de ontwerper? We schetsen de toekomst niet voor een kratje bier. Iemand ideeën?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *