Nieuws

Punk, tweed en Lady Di – Britse mode belicht met ecletische expositie ‘Rebels and Royals’ in Kunstmuseum

Britse mode staat bekend om zijn creativiteit en innovatieve benadering. Rebellen als Vivianne Westwoord en Alexander McQueen combineerden punk en Victoriaanse extravagantie. Maar ‘very british’ is ook Savile Row in Londen, dat symbool staat voor vakmanschap en uitmuntendheid. En natuurlijk de straatstijl van de mods uit de jaren 60, punks in de jaren 70 en de ‘gavs’ van nu. Deze eclectische uitersten zie je dit najaar op de expositie Royals & Rebels (9 september 2023 t/m 7 januari 2024) in het Kunstmuseum in Den Haag.

Vivienne Westwood, collectie Harris Tweed, herfst/winter, 1987/1988.
FOTO Nick Knight / Trunk Archive

Vivienne Westwood, Alexander McQueen, Stella McCartney, maar ook de maatkleding van Savile Row, Britse kostschooluniformen, de Schotse ruit, sportkleding, kleding van de Britse Royal Family, hoeden voor Ascot van Philip Treacy en Stephen Jones: de Britten hebben hun stempel stevig weten te drukken op de modegeschiedenis. En denk daarbij zeker niet alleen aan keurige, conservatieve maatkleding. In Engeland hadden ook de rebellen van Swinging London, punks en skinheads invloed op het modebeeld. Net als de Britse royals zelf, en dan vooral de zo geliefde Lady Diana. Behalve mode-icoon was zij ook een rebel die mode aangreep om een statement te maken.

De Britse mode is vaak gedurfd en excentriek, met een nadruk op individualiteit en zelfexpressie. Het omarmt de eigenzinnigheid en moedigt mensen aan om hun persoonlijkheid te uiten via hun kledingkeuzes. Maar het is ook heritage en traditie. Naast innovatie en experiment is er een sterke waardering voor de rijke modegeschiedenis en traditionele ambachten in het Verenigd Koninkrijk. Iconische merken zoals Burberry en Barbour hebben een sterke band met hun erfgoed en maken gebruik van klassieke elementen in hun ontwerpen.

John Galliano voor Dior, haute couture collectie, najaar/winter 2004.
FOTO Peter Stigter

Anglomanie

Kunstmuseum Den Haag duikt met de modetentoonstelling Royals & Rebels – British Fashion in de rijke geschiedenis van de Britse mode en brengt hiermee ook een eerbetoon aan Vivienne Westwood. Er komen naast haar, McQueen en Mc Cartney talloze andere Britse ontwerpers aan bod, onder wie Charles Frederick Worth, Liberty’s, Lucile, Edward Molyneux, Mary Quant, Katharine Hamnett, Paul Smith, John Galliano, Phoebe Philo, Richard Quinn, Gareth Pugh, Simone Rocha en jonge talenten zoals Bora Aksu, Robert Wun, Charles Jeffrey Loverboy en Matty Bovan. De tentoonstelling wordt vormgegeven door Maarten Spruyt.

Britse mode staat onverminderd in de belangstelling. Deze belangstelling voor de Britse lifestyle is niet nieuw.Al in de 18de eeuw was sprake van een ‘anglomanie’. Rijtuigen, tuinontwerpen, diners, japonnen, mannen- en kinderkleding: alles moest opeens à l’anglaise. De robe à la française kreeg stevige concurrentie van de robe à l’anglaise. In Nederland werd zowel de Franse als Engelse mode gevolgd. Zo werden hier de Engelse hofmantua’s wél, maar in Frankrijk niet gedragen. En in Nederland was grote belangstelling voor ‘redingotes’, de op rijkleding gebaseerde mantelvormige japonnen die eind 18de eeuw in de mode kwamen en tijdens modern ‘wandelen’ buiten werden gedragen door vrouwen in de tijd van de zusjes Brontë, begin 19de eeuw. Een belangrijk stempel drukte de Britse mode in de 19de eeuw op de mannenmode. Kleurrijke Franse ontwerpen maakten plaats voor sobere, maar uiterst gedistingeerde maatkleding van de kleermakers in Londen. De Britse hoofdstad werd het belangrijkste centrum voor maatkleding met Savile Row als hotspot.  

Hedi Slimane for Dior, Jas en mannenrok, ca. 2003-2004; Het Jagershuis, Driedelig pak, ca. 1955-1965. FOTO Alice de Groot

Van royals tot popidolen

In de 19de eeuw zette de eerste couturier zijn handtekening in een kledingstuk: Charles Frederick Worth, een flamboyante Engelsman die naam maakte in Parijs, maar ook ver daarbuiten impact had. Bij welgestelde Amerikanen vonden zijn ontwerpen bijvoorbeeld gretig aftrek. Andere Britten volgden Worths voorbeeld en maakten naam in zowel Parijs als Londen, zoals Edward Molyneux, van wie het Kunstmuseum een zeer omvangrijke collectie bezit, en Creed. Later, ten tijde van Swinging London in de 1960s, volgden ontwerpers als Mary Quant, Biba en Ossie Clark, vanaf de jaren ’70 opgevolgd door hun opstandige, anarchistische en baanbrekende collega’s Zandra Rhodes, Vivienne Westwood en Katharine Hamnett. Latere generaties Britse ontwerpers bevatten grote namen als John Galliano, Alexander McQueen, Stella McCartney, Phoebe Philo, Sarah Burton, Grace Wales Bonner, Mary Katrantzou en ex-Spice Girl, Victoria Beckham. Tot de jongere generatie behoren invloedrijke ontwerpers als Charles Jeffery Loverboy, Matty Bovan, Richard Quinn en Robert Wun.

Robert Wun, Ensemble, voorjaar/zomer 2023 (Courtesy Robert Wun, Londen)

Het Britse leven heeft door de jaren heen een belangrijke impact op de westerse modegeschiedenis gehad. Grote ontwerpers lieten zich inspireren door ‘het Britse gevoel’. Denk aan ontwerpen die zijn gebaseerd op typisch Britse sportkleding of de mantelpakken die Coco Chanel ontwierp in Engels tweed. Zij leerde ze kennen toen ze in Schotland uit vissen ging met haar geliefde du jour, de Duke of Westminster. Ook de garderobes van de Britse Royals worden al decennialang in de hele wereld bewonderd, zoals heel recent nog door Harry Styles, die het kleedgedrag van millennials sterk beïnvloedt en parelkettingen, Peter Pan-kraagjes, nagellak en jurken voor mannen tot must-have mode-items maakte. En door de sterke connectie van Britse mode en muziek is het alsof elk modetijdperk in ons collectieve geheugen vergezeld wordt van The Who, The Sex Pistols, Duran Duran, The Spice Girls of Harry Styles.

Modeprent ‘The well dressed gentleman’, ca. 1932-1933

Genderneutrale ‘tartans’

Royals & Rebels heeft een thematische opzet. In the City draait om maatpakken, tweed mantelpakken, pied-de-poule outfits, regenkleding, aesthetic dresses en bloemetjesjurken. In the Country focust zich ‘buiten’, met tweeds, redingotes, mantelpakken om te wandelen en ‘sports wear’ als sweaters, pullovers, tennisjasjes van jersey, sportensembles in tweedstof en rijkleding of jachtensembles. Tot slot is er de haat-liefdeverhouding met het Britse koninklijk huis. Maar dan wel in combinatie met de vele ‘rebels’ die Groot-Brittanië rijk is. Charles Jeffery Loverboy is daar een sprekend voorbeeld van. Deze jonge ontwerper is een Schot en verwerkt in zijn genderneutrale creaties veel ‘tartans’, Schotse ruiten. Dit illustreert de lange traditie van de combinatie van Schotse ruiten en rebellie.

Vivienne Westwood, herfst/winter 2011
FOTO Peter Stigter

Maar de logische rode draad in Royals & Rebels is Vivienne Westwood. Met haar gevoel voor de rijke traditie en haar rebelse, geniale invallen bereidde zij de weg voor vele volger in the city, the country en als royal rebel. Westwood speelde een cruciale rol in de punkbeweging van de jaren 70 en punkelementen zijn een terugkerend element in haar modeontwerpen. Net als haar liefde voor corsetten en getailleerde silhouetten. Ze heeft deze traditionele vormen vaak opnieuw geïnterpreteerd en aangepast met moderne elementen, waardoor ze een eigentijdse twist krijgen. Ook kenmerkend zijn politieke en maatschappelijke boodschappen. Westwood gebruikt haar mode ook als een platform om politieke en maatschappelijke boodschappen over te brengen. Ze heeft zich altijd ingezet voor milieubewustzijn, sociale rechtvaardigheid en activistische thema’s, en haar ontwerpen weerspiegelen vaak haar betrokkenheid bij deze kwesties.

Ondanks haar avant-garde ontwerpen heeft Westwood een sterke waardering voor traditioneel vakmanschap. Haar stukken worden met veel aandacht voor detail vervaardigd, waarbij ze gebruikmaakt van traditionele technieken en kwalitatieve materialen. Met haar genderfluïditeit was ze haar tijd ever vooruit. Haar ontwerpen zijn vaak vrij van strikte genderconventies en spelen met de grenzen tussen mannelijke en vrouwelijke esthetiek.

Royals & Rebels. British Fashion (9 september 2023 t/m 7 januari 2024) in het Kunstmuseum in Den Haag

Vivienne Westwood, voorjaar/zomer 2010
FOTO Peter Stigter

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *