Na 26 pogingen is het Olivier van Herpt gelukt: een asymmetrisch object van meer dan een meter hoog, perfect van vorm en 3D-geprint uit puur porselein. In de geschiedenis van porselein is dit een primeur. Grote objecten werden in het verleden in de meeste gevallen van een klei met een minder pure samenstelling gemaakt. Bovendien was men, ten behoeve van stevigheid en door de methode van vormen, altijd gebonden aan een symmetrische vorm. Zowel het maakproces als de uiteindelijke twee perfecte, gespiegelde vazen zijn te zien in de presentatie Porcelain blues in het Kunstmuseum Den Haag (t/m 17 september 2023).
Van Herpt studeert in 2014 af aan Design Academy Eindhoven met een zelfgebouwde 3D-printer die kant-en-klare aardewerkklei kan printen. Vervolgens ontwikkelt hij deze techniek verder om ook porselein te kunnen printen. Van Herpt is ervan overtuigd dat hij met zijn nieuwe techniek een grote organische vorm uit puur porselein kan maken, zonder scheuren en vervormingen. Een van de grootste uitdagingen: hoe groter het ontwerp, hoe meer het inkrimpt tijdens het stoken. Dit dwingt Van Herpt om tijdens het printen op zoek te gaan naar een perfecte balans tussen lichtheid en stevigheid. Na een aantal keer vallen en opstaan, blijkt dat een minieme variatie in wanddikte het uiteindelijk mogelijk maakt om de vorm van het ontwerp tijdens het stookproces in tact te houden.
Lees ook: 3D-geprinte tulpenvazen en vier andere remakes van klassieke Delfts Blauw
Vloeibaar porselein
Als Van Herpt verhuist naar een nieuwe studio, trekt hij zich drie jaar terug om materiaal en techniek verder onder controle te krijgen. In 2019 ontdekt hij dat hij een porseleinen vorm met een grote overhang zó dun en licht kan printen dat deze niet in elkaar zakt tijdens de sterke krimp in de oven. Voor de ontwerper is dit het bewijs dat het produceren van een grote organische, asymmetrische vorm van meer dan een meter hoog mogelijk zou moeten zijn. Het lukt hem om een exemplaar van maar liefst anderhalve meter te vervaardigen. Maar helaas, door zijn asymmetrische vorm zakt het object scheef in elkaar in de oven. In plaats van het ontwerp aan te passen, wat de makkelijke oplossing zou zijn geweest, besluit hij het volledige proces te finetunen.
Om haarfijne scheurtjes die tijdens het drogen te voorkomen bouwt hij speciale droogkasten die het droogproces uitrekken tot maar liefst tien dagen. Anders kan het vocht in de klei zich niet gelijkmatig aan het object onttrekken, waardoor spanning- en drukverschillen ontstaan tussen de wand en de voet van het object. Met als gevolg scheuren. Met zijn zelfgebouwde droogkasten kan het porselein gelijkmatig over het hele oppervlak zijn vocht verliezen zonder dat er spanning of druk ontstaat.
Wanneer de oven zijn hoogste temperatuur bereikt (circa 1350 Celsius), smelten de kleimineralen waardoor het porselein bijna vloeibaar wordt. In deze korte periode krimpt het object het snelst. Van Herpt komt erachter dat bij deze grote vazen kleine verschillen in temperatuur er al voor kunnen zorgen dat het object vervormd in de richting van de plek met de grootste hitte. Om dit fenomeen tegen te gaan, maakt Van Herpt een keramische container die als een cilinder over het object wordt geplaatst. Door feitelijk een oven in een oven te maken, worden temperatuurverschillen tot een minimum beperkt.
Pigment van kobaltoxide
Als Van Herpt het vormen, drogen en stoken onder controle heeft, richt hij zich op de kleur van zijn objecten. Dit doet hij door het toevoegen van kobaltoxide. Omdat kobalt het smeltpunt van porselein verlaagt, brengt het ongelijkmatig aanbrengen hiervan alle eerdere inspanningen in gevaar. Als oplossing ontwikkelt Van Herpt een printkop met twee kleistromen, waarmee het object tegelijkertijd wordt gekleurd en gevormd. De vorm van het object en de positie van de printkop binnen de machine, in relatie tot de kruising van de twee kleistromen, bepalen wanneer de blauwe tint aan het oppervlak verschijnt of verborgen blijft. Zo produceert elke overgangsfase verschillende blauwtinten, terwijl de kobaltconcentratie in het hele werk gelijkmatig is verdeeld.
In Kunstmuseum Den Haag zijn deze en alle andere 26 pogingen – en natuurlijk het eindresultaat – voor het eerst te zien. Dat eindresultaat van zijn verbeten zoektocht is een set van twee perfect gespiegelde vazen, zowel in vorm als kleur. De set is niet alleen een knipoog naar de keramiekgeschiedenis, maar ook hét bewijs dat hij uiteindelijk volledige controle heeft gekregen. Voor Van Herpt zijn echter alle 26 objecten even belangrijk. Als geheel vormen ze een tastbaar onderzoeksverslag en tegelijkertijd belichamen ze zijn volhardende toewijding om de horizon van porselein te verbreden.