All

De Graduation Show van de Design Academy Eindhoven is traditiegetrouw een hoogtepunt van de Dutch Design Week. Niet dit jaar. Een sfeerloze locatie met benauwde ruimtes. Een presentatie zonder samenhang. Maar ook de afstudeerwerken zelf worden steeds ondoorgrondelijker. Gaat het wel goed op de meest prestigieuze designopleiding van Nederland?

Het idee is leuk natuurlijk van de Design Academy. De jaarlijkse expositie van het afstudeerwerk van de designstudenten laten zien in winkelcentrum De Heuvel, een aftandse koopkolos in Eindhoven. Het innovatieve werk van bevlogen talenten zou een mooi contrast kunnen vormen met zielloze massaconsumptie. Bovendien zou zo een nieuw bezoekersgroep binnen bereik liggen.

LEES OOK DEZE REVIEW VAN DDW 2023: Niet design maar mode wijst op DDW weg naar veerkracht en zelfredzaamheid

Om met dat laatste te beginnen, dat loopt niet zoals gepland. Bij de openbaar toegankelijke kassaruimte staan als geste wat anekdotische conversation pieces – een vrachtwagen van aardewerk, een ligbed annex boomhut en nog zo wat vrolijk ‘dutch design’. Op koopdagen is het vooral dringen. Door de gratis filmzaal met beeldschermen en een videowall loopt juist één gezin met Intertoys-tassen verdwaasd rond.

Bezoeker op GS23
FOTO Cleo Goossens

Postindustriële puinhopen

De geïnteresseerde bezoeker met een kaartje is trouwens niet veel beter af. Het betaalde hoofddeel van de expositie is op de eerste verdieping, waardoor zich een rij vormt voor de roltrap. Het levert vooral ergernis op bij het winkelend publiek. Het legt de afstand tussen de Design Academy-studenten en potentiële gebruiker in elk geval haarscherp bloot. Maar dat is vast niet de bedoeling.

De bovenverdieping bestaat uit een lelijk en een ongeïnspireerd decor van leeggeruimde jeanswinkels en belshops. Zijn we niet een beetje klaar met het tonen van sensitief en doordacht design in postindustriële puinhopen? Deze met zorg vervaardigde objecten verdienen een betere sokkel, toch. Daarbij wreekt zich dat de beleving heel fragmentarisch is; telkens weer eenzelfde treurigstemmend zaaltje leidt tot desoriëntatie. Terwijl de conceptuele en hermetische afstudeerwerken – ruim 230 inmiddels! – al het uiterste van de concentratie vergen. De Graduation Show was toch leuk, geen uitputtingsslag?

Een mislukt experiment, denk je dan. Kan gebeuren. Of legt dit een meer structureel probleem bloot?

Buitenlandse journalisten

De Graduation Show – inmiddels met swag afgekort tot GS23 – is een van de drukstbezochte DDW-presentaties met vaste jaarlijkse bezoekers, soms zelfs vanuit het buitenland ingevlogen, waaronder scoutende galeriehouders, vakjournalisten en nieuwsgierige curatoren. Voor studenten is deze GS23 dan ook een cruciaal moment waarop ze zich letterlijk aan de wereld kunnen tonen. Maar het begint er steeds meer op te lijken dat het belang van de academie zwaarder weegt.

MEER OVER DDW 2023: Achteruit naar de toekomst op DDW met afvalplastic-auto en Japans boontje

Neem alleen al die locatie dus, waarin de werken niet tot hun recht komen. Waarom dan deze keuze? Zou dat zijn vanuit de conceptuele gedachte dat de afstudeerwerken een alternatief bieden voor het falende kapitalisme, uitgedrukt door leegstaande winkels? Zou raar zijn, want daarmee zou de academie zichzelf op het podium hijsen in plaats van de talenten. Om een interactie met een nieuwe doelgroep te stimuleren dan? Ook raar – waarom dan entree vragen? De zichtbaarheid van studenten gaat ten koste van de profileringsdrang van de academie, zo lijkt het.

Ook opmerkelijk is dat er niet één maar zelfs twee curatoren zijn aangesteld. Is dat niet wat overdreven? Het gaat hier tenslotte niet om een museale presentatie die de tijdgeest haarfijn moet fileren maar een functionele afstudeerpresentatie. Daarbij is niet helemaal helder wat deze twee – Martina Muzzi en Nadine Botha, allebei met een aanzienlijke reputatie – nou eigenlijk gecureerd hebben. De samenhang tussen de werken in de afzonderlijke ruimtes is onduidelijk, laat staan de relatie tussen de ruimtes onderling. Kortom, de afstudeerwerken verzuipen in deze warboel. De studenten die op het punt staan om de arbeidsmarkt op te gaan wordt zo een belangrijk podium ontnomen. Een gemiste kans dus.

Sprookjes

Maar wat misschien wel nog problematischer is: te veel van het afstudeerwerk zelf stelt teleur. Natuurlijk zal daarbij een rol spelen dat deze lichting is gevormd tijdens de lockdowns, wat zijn weerslag heeft gehad op onderwijs en de begeleiding. Wat ook kan: docenten ervaren te weinig ruimte om studenten te voorzien van kritische feedback, zoals door sommigen wordt geopperd? De mondige studenten zouden volgens deze opvatting elke vorm van kritiek pareren met het dreigement van een onveilige leersituatie.

Of is het juist andersom: docenten zijn niet in-touch met de gevoeligheden en sociale normen van een jonge generatie? Veel afstudeerwerken zijn gebaseerd op hyperpersoonlijke preoccupaties: stress, sociale isolatie, emoties als angst en boosheid en andere vormen van pijn, fysiek en mentaal. Voldoen de traditionele manieren van reflectie op werk dan nog wel? Hoe dan ook, het lijkt te schorten aan chemie tussen docenten en studenten.

Bezoeker GS23
FOTO Max Kneefel

Daarbij, veel inspiraties waarop de studenten zich op baseren zijn ongrijpbaar, bijna ondoorgrondelijk: surrealisme, folklorisme, intuïtie, fantomen. Wat natuurlijk een prima vertrekpunt kan zijn. Maar eenmaal ongefilterd gematerialiseerd, resulteren deze fascinaties niet zelden tot, nou ja, sprookjes. Monsters, psychedelica, droomduiding en herontdekte preshistorische dieren – het kwam allemaal voorbij. Als dat werk dan ook nog eens haastig lijkt gemaakt, met meer nadruk op de emotie dan een aansprekende (audio)visuele presentatie, dan blijft de ‘gebruiker’ al snel een buitenstaander.

Activisme

Natuurlijk, de academische studie is bij uitstek een moment om vrij van maatschappelijke en economische beperkingen te experimenteren en fantaseren. Maar enige feeling met de postacademische realiteit mag toch verwacht worden van designstudenten. Het is tenslotte een discipline die midden in de samenleving wil staan. Of heeft de Design Academy daar andere ideeën bij?

Eindstand: vragen, vragen, vragen. Met als belangrijkste misschien wel: komt het nog goed met de Graduation Show?

Vast wel. Er valt nog altijd heel veel te genieten en te verwonderen op de GS23. Deze studenten blijven een belangrijke barometer van wat leeft onder de volgende ontwerpgeneratie. Dat is onder meer een groot gevoel voor (on)recht, een verlangen naar zingeving, een cross-culturele blik op design en oprechte dienstbaarheid aan de natuur. Idealen waarmee de Design Academy best wel iets zorgvuldiger om zou kunnen gaan.

Vijf blikvangers van GS23

Regenerated – Ben van Kemenade, Ba
FOTO Femke Reijerman

Regenerated – Ben van Kemenade

Ben van Kemenade nam de werkplaats over van een houtbewerker die er na 45 jaar mee ophield. Van het nog aanwezige hout bouwde hij een ambachtelijke vitrine. Daarin worden de schitterende instructiemodellen die zijn voorganger maakte van complexe houtverbindingen bewaard. Onderin de vitrine ligt een nieuwe boomstam te drogen, een noodzakelijk proces voordat het hout gebruik kan worden. Het vocht dat hierbij vrijkomt, voorkomt dat de instructiemodellen uitdrogen en barsten. Jong en oud hebben elkaar nodig en versterken elkaar zelfs.

Staring at Empty Spaces – Lea Wurthman, Ma
FOTO Femke Reijerman

Staring at Empty Spaces – Lea Wurthman, Ma

De foto’s die zijn gemaakt met Hubble Space Telescope spreken miljoenen mensen tot de verbeelding. Maar waar kijken we nou eigenlijk naar? Hoe zijn die beelden tot stand gekomen? En van welke technologie wordt daarbij gebruik gemaakt? Met een intrigerende installatie verheldert Lea Wurthman waarnaar we nou eigenlijk kijken. Tegelijkertijd laat ze daarmee ook de complexe relatie zien tussen wetenschappelijke kennis (in dit geval: data over deep space) en de instrumenten die dit vertalen naar toegankelijke informatie.

In Unsettling – Tanay Kandpal, Ba
FOTO Femke Reijerman

In Unsettling – Tanay Kandpal, Ba

Jugaad is een Indiase mentaliteit die zich lastig laat vertalen’; niet alleen in woorden maar ook in de gestructureerde Westerse manier van leven, ontwerp in het bijzonder. Het is een mix van improvisatie en serendipiteit; van schaarste en vindingrijkheid. Laat jugaad zich ook vertalen naar een ontwerpmentaliteit, die daarmee een oplossing kan formuleren voor de vastlopende productieketen van het kapitalistische systeem? Dit onderzoek is door de Indiër Tanay Kandpal verbeeldt in een fragiele sculptuur. Waarmee hij meteen ook commentaar geeft over de ongelijkheid tussen het Westen en India, waar ontwerpers zich geen functieloze objecten kunnen veroorloven.

Mesh to Matter – Ralf Gloudemans, Ba
FOTO Femke Reijerman

Mesh to Matter – Ralf Gloudemans, Ba

De oprukkende technologie van virtual reality is vooralsnog een speeltje van big tech. Zo droomt Mark Zuckerberg al van een metaverse waarin we allemaal voornamelijk consument zijn. Ralf Gloudemans draait het om en ontwikkelde een manier waarop we zelf producten kunnen ontwerpen in de virtuele wereld. Door op een slimme manier bestaande (ontwerp)software en vr-technologie te combineren wordt een nieuwe lage aan virtual reality toegevoegd: die van de ambachtelijke werkplaats. De virtuele objecten worden uiteindelijk gematerialiseerd en vinden in een plek in de echte wereld. Het internet is kapot maar de metaverse kan nog van ons worden.

Negotiating Boundaries – Lotte Wigman
FOTO Femke Reijerman

Negotiating Boundaries – Lotte Wigman

Laten we er vanuit gaan dat de zeespiegel stijgt. Dat betekent dat grote kustgebieden zullen onderlopen. Vanuit deze realistische toekomstvisie ontwikkelde Lotte Wigmans een nieuwe architectuur die zich aanpast deze onvermijdelijke realiteit. De kwetsbare kustgebieden worden zo bebouwd dat ze eenmaal ondergelopen functioneren als een gezonde en vruchtbare leefomgeving voor zeedieren en planten. De gebruikte bouwmaterialen zijn van maritieme grondstoffen als schelpen en algen. Ontwerpen is vooruitdenken.