Met het recent verschenen boek Gert Dumbar – Gentleman Maverick of Dutch Design blikt Gert Dumbar nog één keer terig op zijn enerverende leven en veelbewogen ontwerpcarrière. DesignDigger voelde de rebelse grafisch ontwerper aan de tand over zijn grote inspiraties. “Humor, dat is een krachtig communicatiemiddel dat taalbarrières overstijgt. Mits goed gedoseerd uiteraard.”
Grafisch ontwerper Gert Dumbar is dé grondlegger van Dutch Design. Letterlijk. Immers, hij was het die de term al in de jaren zeventig introduceerde als titel voor een reizende tentoonstelling voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken om de wereld langs het Nederlandse ontwerp voor de publieke sector te gidsen. Dumbar was daarvan overigens zelf een grootleverancier. Instellingen als de PTT, Staatsbosbeheer, de ANWB of Aegon liet hij op een helder en bedrijfsmatig manier – en toch benaderbaar en speels – met de burger communiceren. Hij introduceert daarbij humor als een krachtig visueel wapen; waarmee hij ook stilistisch een grondlegger van Dutch design is.
Kameleon
In de recente monografie Gert Dumbar – Gentleman Maverick of Dutch Design blikt de Haagse ontwerper nog één keer terug op zijn leven en loopbaan. Dumbar produceerde een enorme hoeveelheid werk, voor een gevarieerde klantenkring, van avant-garde theaters tot de centrale overheid, van ziekenhuizen tot multinationals. Als een kameleon naam hij hij daarbij verschillende rollen, afhankelijk wat de opdracht(gever) op dat moment nodig had – die van kunstenaar, provocateur en ‘design director’, student en docent, cultureel initiator en bemiddelaar. Bijzonder aan dit boek zijn vooral de grote hoeveelheid schetsen en nooit uitgevoerde ontwerpen en ideeën.
Dumbars imposante loopbaan begint in 1963 bij Teldesign, in die tijd een toonaangevend ontwerpbureau. Na zijn vertrek (met slaande deuren) start hij in 1977 zijn eigen Studio Dumbar. Het enfant terribele van het Dutch design, zo staat hij ook bekend vanwege de gretigheid waarmee hij tegen heilige huisjes schopt.. Het huidige politielogo – een waakvlam boven een wetboek – vond een designcriticus bij de introductie meer iets voor “de kinderpolitie in Legoland”. Dumbar haalt er nog steeds zijn schouder bij op: “Hoe meer ik word neergesabeld, hoe lekkerder ik het vind.”
Al is hij altijd trouw gebleven aan het functionele principe dat design dienstbaar moet zijn aan de publieke zaak. “Modernism with a smile”, noemt hij zijn onnavolgbare stijl. “Dat heb ik opgepikt tijdens mij studie aan de Londense Royal College of Art begin jaren zestig. Het was de tijd van popart en popmuziek. Ian Dury was een stapmaatje van me, die is later nog wereldberoemd geworden.” Maar de grap mag nooit de boodschap overheersen, zegt hij streng. “Ontwerp moet esthetische duurzaamheid hebben.”
The Beatles
Die missie is geslaagd, want Gert Dumbar bepaalt al een halve eeuw lang het aanzien van Nederland, tot het ontwerp van het officieuze staatslogo, een blauw vierkant met daarin een witte leeuw, aan toe. Maar ook de opvallende ‘striping’ van de politieauto’s en ambulances in krachtige kleuren of de zwierige affiches voor het Holland Festival komen uit zijn pen. In 1966 introduceert hij de knalgele NS-trein – “voordat The Beatles met hun Yellow Submarine kwamen”, zegt hij erbij. Het bijbehorende NS logo werd door de toenmalige directie afgedaan als een ingezakte damesschoen. Nog steeds schiet hij – verbaal – uit de heup. “De spoorwegen hebben een update nodig. In treinen zouden bibliotheken en zelfs een volksuniversiteit kunnen zitten. Alle commercie op de stations moeten plaats maken voor cultuur. En waarom kunnen de raampjes niet meer open? Het zou allemaal zoveel beter kunnen. Ach ja, de politiek.”
Maar genoeg over vroeger. Wat hij nu doet is immers veel interessanter en innovatiever dan die hele carrière bij elkaar, aldus Dumbar zelf. Sinds 2006 is hij docent aan de KABK in Den Haag, de kunstacademie waaraan hij zelf ook ruim zestig jaar geleden studeerde. Op zijn laptop laat hij zien hoe hij studenten van alle KBAK-afdelingen laat samenwerken met studenten van het Conservatorium onder de naam soundcape. “We hebben een opera gemaakt waarbij de kostuums de muziekinstrumenten zijn.” Uiteraard speelt een tegendraadse humor daarbij een prominente rol. “Kijk, een pianootje van sloophout met muizenvallen als toetsen.” Schaterend: “Hier, een orgel met twee tosti-ijzers als voetpedalen.” Maar zoals altijd bij Dumbar staat de grap in dienst van zijn boodschap. “Net even verder kijken dan je neus lang is, daar gaat het om.”
3 inspiraties
1 Absurdisme
“Humor, dat is een krachtig communicatiemiddel dat taalbarrières overstijgt, mits goed gedoseerd uiteraard. En het kan zaken ter discussie stellen. De Franse dichter Alfred Jarry is een wegbereider van het dadaïsme met zijn patafysica. Dat is een absurdistische pseudowetenschap over het ordenen van het ongeordende en waarin regels belachelijk worden gemaakt. Ik doceer dat nu aan mijn studenten. Vervolgens wordt het absurdisme in de film geïntroduceerd door Hellzapoppin’ in de jaren veertig in Amerika. Het verhaal is onnavolgbaar maar bevat ook allerlei nieuwe snufjes, zoals het doorbreken van de vierde muur waarbij acteurs in de camera kijken en het publiek rechtstreeks aanspreken. Weillicht is het voor de huidige begrippen wat traag, en ook nog eens zwartwit. Daarom nog een tip, die korter is bovendien: The Ministery of Silly Walks door Monty Python. Totale onzin maar ook een scherpe weergave van wat er bijvoorbeeld in Brussel gebeurt. Over Kafka gesproken!”
2 Otto Neurath (1882-1945)
“De Oostenrijker Otto Neurath, die in de jaren dertig voor de nazi’s was gevlucht, begreep als geen ander de waarde van een krachtig beeld. Words divide and images unite, is een van zijn uitspraken.” Hij was aan het begin van de vorige eeuw de ontwerper van de eerste pictogrammen. Dat is het verschil tussen een ontwerper en een vormgever, want die laatste geeft slechts een vorm aan iets wat er al is. Een ontwerper creëert iets wezenlijks nieuws, als een uitvinder. Neurath vond dat iedereen moest kunnen weten hoe de maatschappij in elkaar steekt, bijvoorbeeld de omvang van de landbouw of de verschillende geloofsovertuigingen. Om zulke complexe informatie begrijpelijk te presenteren ontwikkelde hij een wetenschappelijke methode. Wat we nu big data noemen werd weergegeven met simpele tekens. Met ontwerper Gerd Arntz, die ook was gevlucht voor de nazi’s en na WOII in Den Haag was neergestreken, heeft Neurath dat systematisch uitgewerkt tot een grafische taal van duizenden pictogrammen.”
3 Akzidenz-Grotesk
“Letters zijn van natuurlijk van groot belang voor visuele communicatie. Het lettertype moet zorgen voor goede leesbaarheid maar je kunt er ook een sfeer mee neerzetten waarmee de boodschap wordt versterkt. Mijn favoriet is de Akzidenz-Grotesk, een letterdie al meer dan honderd jaar oud is en nog steeds staat als een huis. Volgens mij is niet eens bekend wie de ontwerper is. Hij is stoer en recht voor z’n raap maar toch ook sierlijk. Vergeleken daarbij is de Helvetica toch een chocoladeletter. Een nepletter is dat, een slap aftreksel van de Grotesk. Als ik hier op de academie langs het lokaal voor typografie loop, dan steek ik soms mijn hoofd door de deur en roep dan alleen keihard: No Helvetica!”
Gert Dumbar – Gentleman Maverick of Dutch Design . Max Bruinsma & Leonie ten Duis. Uitgeverij Valiz. 482p