Op de tentoonstelling Makers on Materials in het Textielmuseum vertellen zes kunstenaars en ontwerpers urgente verhalen kolonialisme, klimaatverandering en cultureel erfgoed. Ze combineren traditioneel ambacht met innovatieve experimenten met wol, katoen, vlas, fique, rubber en zijde.
Oekraïne
De gunya is een traditionele herdersjas uit de Oekraïne. De dikke oversized jas is warm en waterafstotend dankzij een traditionele Oekraïense weeftechniek en de natuurlijke eigenschappen van lokale schapenwol. Het is feitelijk een draagbaar huis voor de herders. De Oekraïense ontwerper Dasha Tsapenko en cultureel ondernemer Marjo van Schaik gebruiken de wollen gunya als een verkenning van de betekenis van cultureel erfgoed voor een land in oorlog. Ze maakten drie eigentijdse versies van de gunya. Een herdersjas van zacht vilt heeft zakken waarin plantenzaden kunnen worden bewaard. Het is een monument voor de zadenbank in Kharkiv die in mei 2022 werd platgebombardeerd.
Tsapenko is een van de zes kunstenaars en ontwerpers op Makers on Materials. Ieder belichten ze één materiaal vanuit een persoonlijke fascinatie. Met katoen, wol, fique, linnen, rubber en zijde worden complexe historische en actuele verhalen verteld. De oogst en verwerking van deze materialen heeft grote impact om het lokale landschap en de bevolking. Voor Tsapenko heeft de herdersjas ook een persoonlijke symboliek. Een gunya is gemaakt van afgedankte wol van Nederlandse schapen die daarvoor minder geschikt is. Deze jas met rommelige draden verbeeldt haar zoektocht naar een nieuw thuis na haar masterstudie aan de Design Academy Eindhoven in 2017.
Afrikaanse kantoenexport
Ook in het Textielmuseum in Tilburg ligt een grote baal ruwe katoen. Aan de wand hangen foto’s van de plantage die kunstenaar Thierry Oussou heeft aangelegd in zijn geboorteland Benin. De katoen die hij daar met zijn vijftien medewerkers oogst, gebruikt hij voor dit kunstproject Equilibrium Wind. Benin is de grootste katoenexporteur van Afrika – en daarmee meteen ook wereldwijd een grote speler – maar de keuterboertjes die het verbouwen profiteren daar maar nauwelijks van. Vandaar dit kunstproject van Oussou, die Rijksacademie in Amsterdam afrondde.
Naast de maagdelijk witte pluisbaal hangt een vlag die Oussou maakte van ‘zijn’ katoen; het symbool van de groene vlag is een rode katoenbloem, een verwijzing naar de groene vlag met rode ster die de communistische Volksrepubliek Benin van 1975 tot 1990 voerde. De katoenhandel is nog steeds een staatsonderneming, die alle winst afroomt.
Rubberbomen
Soms is de materiaalfascinatie strikt persoonlijk. De Franse sieradenontwerper Caroline Bach groeide op in de omgeving van de bandenfabriek van Michelin en studeerde af aan de Rietveld Academie, Amsterdam. Aan de hand van experimentele sieraden maakt zij het productieproces van rubber inzichtelijk. Dat begint bij de rubberboom, die oorspronkelijk uitsluitend in het Amazonegebied groeit. Vervolgens wordt de boom door koloniale overheersers over de wereld verspreid. Nu groeit hij alleen nog in Zuidoost-Azië, waarna er in Frankrijk autobanden van worden gemaakt.
Deze geglobaliseerde productieketen verbeeldt Bach in vier draagbare kunstwerken, die tevens onvermoede schoonheden van rubber ontginnen. Een intrigerende borstplaat is van vleeskleurig rubber met grote littekens, een link naar de manier waarop de rubberbomen worden mismaakt. Een sierlijke halsketting is een schakel van autobandjes van speelgoedautootjes.
Zacht vloerkleed
Naast kolonialisme en globalisering zijn de materialen ook een metafoor voor onze verstoorde relatie met zowel alledaagse gebruiksvoorwerpen als met de natuur. De Colombiaanse Escobar heeft een drietal objecten gemaakt van fique, een lichtgele jute-achtige stof van de inheemse algaveplant. De Colombiaanse overheid heeft verplicht dat alle koffiezakken van fique zijn gemaakt. Dat is een zegen, want de productie is gezekerd. Maar het is ook een vloek, want het ‘oro blanco’ oftewel witte goud is blijvend gedegradeerd tot verpakkingsmateriaal.
Escobar kon de zakken gratis ophalen bij de koffiewinkels in Eindhoven, waar ze studeerde aan de Design Academy. Ze ontrafelde de zakken en door het ruwe fique te vervilten en te kammen, maakte ze er zachte vloerkleden en glanzende poefjes van. Inmiddels reist de ontwerper op en neer naar Colombia om een circulaire en inclusieve productieketen met dit vergeten materiaal op te zetten.
Strelen en plukken
Makers on Materials zelf is al even zorgvuldig vormgegeven als deze projecten. In de eerste zaal worden de materialen voorgesteld met statige portretfoto’s, waarna iedere maker een eigen zaal krijgt. Asli Hatipoglu zet met haar onderzoek naar de zijderups vraagtekens bij de impact van de textielindustrie op het milieu. Christien Meindertsma brengt et verleden en heden van de vlasteelt in kaart. Deze presentaties zijn rijk aan informatie maar niet schoolmeesterig. Elk materiaal wordt toegelicht met sfeervolle minidocumentaires, variërend van drie tot wel 25 minuten. De scenografie is ingetogen, zodat alle aandacht naar de materialen en toepassingen gaat. En ja, er mag ook gevoeld, geplukt en gestreeld worden.
Makers on Materials. Textielmuseum Tilburg. T/m 3 november 2024