column

Creative Voice #3 – “Wat hebben we écht nodig om te leven?”, overweegt designcriticus Linsey Rendell

Deze week presenteert Dutch Design Week elke dag een kritische reflectie op het eigen programma, dat vrijdag van start gaat. Deze ‘creative voices’ kunnen een longread, installatie of visuele column zijn.  Vandaag reflecteert de Australische schrijver Linsey Rendell met een long read over een natuur-inclusieve manier van producteren én consumeren . “Onze relatie tot het land kan niet genezen totdat we leren luisteren.” Rendell reflecteert op het ontwerpperspectief Product & Craft en de DDW-missie Enabling our Thriving Planet.

A walk in the Symbiocene – Sandal, Nicholas Rapagnani

Een ander visie op produceren (en consumeren)

Terwijl we het krediet van de aarde maar blijven overschrijden – wat leidt tot toenemende sociale ongelijkheden en uitputting van het leven waarvan we afhankelijk zijn – hebben we een fundamentele herstructurering nodig van onze relatie met de planetaire systemenIn plaats van onhoudbare modellen van uitputting en consumptie te ondersteunen, kan ontwerp een instrument worden voor wederkerigheid tussen mensen en de planeet. Het is de verantwoordelijkheid van ontwerpers om producten, systemen en omgevingen te bedenken en te ontwikkelen die mens én planeet laten floreren. De vraag is alleen hoe? En hoe definiëren we wat het betekent om ‘floreren’?

We kunnen leren vanKate Raworth, die beschrijft de ruimte tussen onze noodzakelijke sociale basis en het ecologische plafond van onze planeet als de veilige en rechtvaardige ruimte voor de mensheid. “In een economie die regeneratief is ontworpen, worden mensen volwaardige deelnemers in het stimuleren van de levengevende cycli van de aarde, zodat we gedijen binnen planetaire grenzen. Dit is onze uitdaging van onze design generatie”, schrijft Raworth in haar boek Doughnut Economics.

Possession to Nature, Jimin Hong

Shift in design.

Wanneer we nadenken over hoe design kan bijdragen van de aarde en al zijn bewoners, komen we al snel uit bij de medeplichtige van productie: consumptie. Binnen onze huidige economie – gedomineerd door het kapitalisme – zijn vreugde, plezier, vervulling en bloei vaak nauw verbonden met consumptie. We worden in de eerste plaats gezien als gebruiker en consument in plaats van mens. Wat als we gebruik en consumptie kunnen inruilen voor ondersteuning, toegang en mogelijk maken? Hoe zou dat er in het dagelijks leven uitzien? Maar meer nog dan deze nieuwe termen hebben we veranderingen nodig in systemen, kaders, denkwijzen, benaderingen en relaties. Een shift in design, kortom.

“Al wat je aanraakt, verandert je ook”,  schrijft Octavia Butler in Parable of the Sower. Op dezelfde manier worden we zelf ook weer ontworpen door alles wat is ontworpen. Wat zou dat betekenen als alles regeneratief is ontworpen? Hoe zal dat productie en consumptie veranderen? Welke vaardigheden of kennis hebben we nodig om ons aan te passen aan dit nieuwe paradigma? Een kijkje in het programma van de Dutch Design Week 2023 onthult uiteenlopende en elastische manieren van luisteren en leren, die vastgeroeste constructies opnieuw overdenken, experimenteren met alternatieve trajecten en deze ontwerp-toekomsten in de openheid beoefenen.

Resting Reef, Collective23

Antropocentrisch ego-systeem

Craft & Product als manier om milieuschade te verminderen en “enabling the planet to thrive”, zoals DDW als missie heeft, dat is het uitgangspunt van het project New Store. Het heroverweegt het concept van de detailhandel door traditionele praktijken uit te dagen en te kalibreren hoe goederen en diensten worden uitgewisseld. Het definieert producten als instrumenten om minder schade te veroorzaken (duurzaam), verspilling te voorkomen (circulair) en ecologisch floreren te herstellen (regeneratief). Door deze aanpak te omarmen, verandert New Store consumptie van een destructieve activiteit in een activiteit die de planeet juist zou kunnen voeden.

Bij het heroverwegen van deze relatie met consumptie en groei kunnen we ook overwegen hoe we meer empathische, betekenisvolle verbindingen kunnen vormen met objecten en materiële bezittingen. The Product Chronicles onderzoekt hoe design de relatie tussen mens en product kan versterken. Possession to Nature verbreedt deze dialoog over de dingen die ons omringen, en vraagt: wat betekent het om te bezitten? Mensen trekken grenzen en bouwen hekken om het land, het water of het eigendom dat ze proberen te bevatten, visueel en fysiek te definiëren. Zo kunnen we leren “dat water markeringen weigert vast te houden”, zoals Robert McFarlane al schreef in The Old Ways. Zo kan ook het antropocentrische ego-systeem worden verstoord.

Oefenen in verandering

Maar wat hebben we dan echt nodig om te leven? “Een sterk gevoel van gemeenschap is een essentieel onderdeel van een florerend leven”, schrijft Erik Olin Wright in How to Be an Anti-Capitalist in the 21st Century. Oftewel: hoe kan design wederkerigheid en gelijkheid laten groeien in onze relatie met de natuur? En hoe kan het collectieve bloei – zowel menselijke als meer-dan-menselijke – mogelijk maken? In plaats van alleen theoretische heroverwegingen, omvat het DDW-programma praktische voorbeelden van verandering, in veel gevallen zelfs tastbaar én maakbaar.

New Store – Piss Soap, Arthur Guilleminot

How to hope to be bijvoorbeeld laat zien hoe je ‘bio-bakstenen’ kunt maken van huishoudelijk organisch afval om schimmels te kweken. De tijdens de workshops ‘gegroeide’ stenen worden geassembleerd in een bouwwerk dat onderdeel is van The Symbiocene Forest.. In het speculatieve tijdperk van het symbioceen zijn menselijke en meer-dan-menselijke activiteiten niet langer gescheiden. We zullen terugkeren naar wederzijdse en onderling afhankelijke leefwijze. A walk in the Symbiocene is een wandeling door het speculatieve landschap van het symbioceen, een tuin vol met gezamenlijk gecreëerde interventies. Hier is tuinieren niet alleen bedoeld voor voedselproductie of bloemenplezier voor mensen, maar kan het esthetisch aantrekkelijk zijn voor bestuivers of paden bieden voor vossen. Of zoals Robin Wall Kimmerer schrijft in Braiding Sweetgrass: “Onze relatie tot het land kan niet genezen totdat we leren luisteren.”

Radicaal vernieuwing

Deze visualisaties van de verschuivende relatie tussen mensen en het meer-dan-menselijke wijzen op hoe we ecologisch leven en symbiotisch samenleven kunnen ondersteunen; niet via producten of consumptie maar via systemen, verbindingen, producten en talen. Will Water Want onderzoekt de stem en de agency van de Dommelrivier en duwt de dialoog open over de wijze van samenwerking tussen diverse levensvormen; hoe kunnen we ontwerpen als bondgenoten van een rivier? Exploring Posthumanist Design through Making prikkelt ook de onbekende aspecten van meer-dan-menselijk ontwerp als praxis en vraagt: wat als onze ontwerpethiek het welzijn van het hele ecosysteem op de eerste plaats stelt? Door de agency en animatie van rivieren, bodems en soorten te erkennen, kunnen we verschuiven van praktijken van overheersing en extractie naar respect en wederzijdse bloei. Elk van deze projecten wordt een kans voor wederkerigheid en een bijdrage aan de ondersteunende systemen voor onszelf en anderen.

New Store – From Ship to Shop, Brogen Berwick
FOTO Mitchell van Eijk

Uiteindelijk is een toekomst mogelijk waarin de bestaande producten niet meer bestaan, Maar de overgang zal rommelig en gefragmenteerd zijn, met coalities en collectieven die meerdere contextuele paden vinden in de tussenfase. In haar boek Emergent Strategy schrijft adrienne maree brown dat “sciencefiction gewoon een manier is om samen de toekomst te oefenen”. Dan biedt Dutch Design Week een testomgeving voor concepten, ideeën, praktijken, visies en uitwisselingen die verder gaan dan de huidige constructies en crises. Het event is als de kiemen van een bio-diverse tuin waarin menselijke en meer-dan-menselijke belangen verstrengelen. Door zo’n experimentele samenwerking, kunnen we een opkomende economie van radicale vernieuwing laten groeien.

Bio

Linsey Rendell besteedt haar tijd aan onderzoek, verbeelding, luisteren, schrijven, leren, afleren en tuinieren – om manieren van zijn en worden te ontwerpen die zachter zijn voor mensen en de planeet. Linsey werkte als contributing editor bij onderzoeks- en ontwerplab SPACE10 en als content editor bij Planetary Praxis, een interdisciplinair onderzoeksgroep die sociale, digitale en milieujustitie onderzoekt.

Linsey Rendell

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *