De zoöperatie is een nieuw organisatiemodel voor bedrijven en instellingen waarbij de natuurlijke leefomgeving een doorslaggevende stem heeft in de besluitvorming. De belangen van dit niet-menselijk leven worden behartigd door een ‘Spreker der Levenden’. Inmiddels telt Nederland vijf van deze zoöps. “Als je beter weet wat er allemaal om je heen leeft, ga je je vanzelf anders gedragen.”
“Ik hoor een soort kraan druppelen, een bromtoon en wat geknars en getik. Maar wat precies hoor ik nou?”, vraagt Anke Wijnja, een van de creatieve makers van broedplaats De Ceuvel in Amsterdam Noord. Vanaf haar koptelefoon loopt een draad naar de hydrofoon, een opnameapparaat dat hangt in het zijkanaal van het IJ waaraan De Ceuvel ligt. “Wat je hoort is een onzichtbare wereld vol leven onder het wateroppervlak. Denk aan vissen, rivierkreeftjes en waterplanten”, antwoordt landschapsarchitect Thijs de Zeeuw. Welk geluid dan weer bij welk leven hoort, dat weet hij ook niet. “Daarom gaan we hier in het voorjaar een snorkelexpeditie houden. Dan kunnen we zien wat hier allemaal leeft.”
Landschapsarchitect
De Ceuvel is een voormalige scheepswerf die de afgelopen tien jaar is getransformeerd tot een duurzame broedplaats voor allerhande creatieve makers – van fotografen tot architecten en vrije beroepen als coaching, zoals Wijnja. Gewerkt wordt in een tiental afgedankte woonarken die aan wal zijn gesleept. Om nog duurzamer te worden is De Ceuvel een zoöp geworden. Wijnja: “Dat is een organisatiemodel dat bedrijven en instellingen helpt om de belangen van het niet-menselijk leven, zoals planten en dieren – of het onderwaterleven – mee te nemen in de bedrijfsvoering.” De belangen van dit niet-menselijk leven worden verwoord door een ‘Spreker voor de levenden’. Een mens dus en in dit geval landschapsarchitect De Zeeuw.
Zoöp is een afkorting van ‘zoöperatie’ – een combinatie van het Griekse woord voor leven zooè en coöperatie. Het principe is ontwikkeld door het Nieuwe Instituut in Rotterdam, dat al ruim een jaar functioneert als zoöp. Vanaf dit jaar zijn daar De Ceuvel, de duurzame boerderij Stichting Bodemzicht bij Nijmegen en het Kunstfort bij Vijfhuizen bijgekomen. In principe kan elke organisatie of bedrijf een zoöp worden, vertelt Klaas Kuitenbrouwer van het Nieuwe Instituut. “Het is laagdrempelig. Vaak is het dingen laten in plaats van dingen doen. Je hoeft ook niet eerst aan allerlei voorwaarden te voldoen.” Bovendien hoeft een zoöp niet meteen op mondiale schaal impact te hebben. “Het begint vaak lokaal.”
Chemisch afval
Als eerste maakt de kersverse zoöp De Ceuvel een nulmeting van welke natuur er allemaal leeft in en om de broedplaats. De Zeeuw: “Als Spreker begin ik met kijken en luisteren. Binnenkort gaan we met de batdetector, een ultrasone microfoon, luisteren welke vleermuizen hier leven. Daarna volgt een scan van het bodemleven.” Vervolgens wordt concrete actie ondernomen. “Om het onderwaterleven te bevorderen kan hier een beschutte plek worden gecreëerd om waterplanten uit te zetten. Daar kunnen de watervogels en vissen zich voeden, wat weer allerlei nieuw leven aantrekt.” De gebruikers van De Ceuvel zijn zelf al aan de slag gegaan. Zo bouwden ze egelhuisjes van takken en zijn bollen gepoot, zodat de bijen zich deze zomer aan de bloemen kunnen voeden. Wijnja: “Als je beter weet wat er allemaal om je heen leeft, ga je je vanzelf anders gedragen.” Al levert dat ook dilemma’s op. Hoeveel ruimte krijgen ratten, die nu eenmaal op een oude scheepswerf leven? “Daar zijn we dus nog niet uit.”
“Als de bomen hier worden gekapt, moeten ze bij het klein chemisch afval. Zo vervuild zijn ze.”
Thijs de Zeeuw, spreker der Levenden
Voor deze duurzame broedplaats was de stap naar een zoöp relatief overzichtelijk. Zo wordt de vervuilde grond van de scheepswerf gezuiverd door speciale bomen en planten. Afvalwater gaat door bio-filter en wordt vervolgens gebruikt voor irrigatie. Maar de natuur staat nog te veel in dienst van de mens, vindt De Zeeuw: “De bomen worden letterlijk gebruikt om het vuile werk op te knappen. Net als de havenarbeiders hier op scheepswerven in Amsterdam Noord, daarom rijden hier zoveel Canta’s rond. Voor hen is een zorgsysteem opgetuigd. Hebben we niet eenzelfde verantwoordelijkheid voor deze bomen? Trouwens, als ze worden gekapt, moeten ze bij het klein chemisch afval. Zo vervuild zijn ze.”
Groei en uitputting
Het grote verschil tussen een zoöp en andere duurzame manieren van ondernemen is de installatie van de Spreker der levenden, die nadrukkelijk buiten de organisatie staat en fungeert als onafhankelijk adviseur, leraar én toezichthouder. Deze persoon moet daarvoor beschikken over ecologie, en de plek van mens daarin. “Niet toevallig zijn alle sprekers van de huidige vier zoöps allemaal landschapsarchitect”, zegt Kuitenbrouwer van het Nieuwe Instituut. Minstens zo belangrijk zijn volgens De Zeeuw goede communicatieve vaardigheden. “Ik kan wel van alles roepen. Maar De Ceuvel moet mijn adviezen ook opvolgen.” Zijn motto is dan ook: “Wat goed is voor andere levensvormen is uiteindelijk ook goed de mens.”
“Wat goed is voor andere levensvormen is uiteindelijk ook goed de mens.”
Thijs de Zeeuw, Spreker der levenden
Dat klinkt alsof de praktische uitvoer vrijblijvend is. Maar om zoöp te worden moet een contract worden ondertekend van maar liefst vijf kantjes, dat is opgesteld door een advocatenkantoor. Ook moet volgens Kuitenbrouwer alle opgedane kennis worden gedeeld en worden workshops voor aspirant zoöps en sprekers georganiseerd. “Het uiteindelijke doel is een internationaal regeneratief netwerk opbouwen als alternatief voor het huidige economische systeem dat is gebaseerd op groei en uitputting.” De Ceuvel moet binnen twee jaar wijken voor stadsvernieuwing. Wie weet kan de zoöp een opstap zijn om het niet-menselijke perspectief mee te nemen in de geplande nieuwbouw, zegt De Zeeuw. “Ik zou graag als Spreker aan tafel zitten bij de ontwikkeling daarvan.”
Het zoöp manifest
Bij de lancering van het zoölogisch bestuursmodel in 2022 stelde het Nieuwe Instituut een officieel manifest op van wat een zoöp is:
Wij zijn een Zoöp, een organisatie waarin mensen samenwerken met anders-dan-menselijk leven. Als een Zoöp dragen we bij aan ecologische regeneratie. In al ons handelen proberen we de gezondheid te bevorderen van gemeenschappen van leven in de grond, in het water, op het land en in de lucht.
Als een Zoöp verankeren we dit principe in onze praktijk door een Spreker voor de Levenden als leraar, adviseur en bestuurswaarnemer toe te voegen aan onze organisatie.
De Spreker voor de Levenden treedt op als vertegenwoordiger voor het anders-dan-menselijk leven in de ruimtelijke en operationele sfeer van onze organisatie. Naar beste vermogen zal de Spreker helpen om de belangen van het anders-dan-menselijke leven te vertalen naar ons doen en ons laten.
Als een Zoöp volgen we de Zoönomische Jaarcyclus en plegen we interventies om de ecologische integriteit te bevorderen van de Zoöp en haar omgeving.
Zoöp is kort voor Zoöperatie: coöperatie met zoë (Grieks voor ‘leven’). Samen met andere Zoöps werken we aan de transformatie van onze economie naar een regeneratief, mens-inclusief ecosysteem, een netwerk van uitwisseling van materie, energie en betekenis dat alle lichamen in hun bestaan voorziet.
Ambassade van de Noordzee
Het eerste land dat de belangen van de levende wereld opnam in de grondwet was Ecuador in 2008. Individuele rechten werden in 2017 voor het eerst toegekend voor in Nieuw Zeeland aan een berg en bos en een rivier. Deze zijn officieel erkend als rechtspersoon en staan zo juridisch op gelijke voet met mensen en bedrijven. Inmiddels zijn er wereldwijd rechten toegekend aan uiteenlopende natuur, van een natuurpark in Canada tot een lagune in Spanje, als eerste in Europa. In Nederland fungeert de Ambassade van de Noordzee als spreekbuis voor de Noordzee. Een officiële status heeft dit initiatief van wetenschappers en kunstenaars nog niet.