Nieuws

Rapport van CreativeNL over internationale kansen mode-industrie: “Fairtrade moet de norm zijn”

Elke maand geeft CreativeNL een overzicht van interessante en inspirerende activiteiten van Nederlandse creatieven op beurzen, conferenties en designweeks over de hele wereld. CreativeNL is een programma van ClickNL om de internationalisering van Nederlandse creatieve industrie te bevorderen door kennisuitwisseling en netwerken. Deze keer:  de publicatie van het rapport Transforming the Dutch Textile Sector: The Rise Of Eco- And Circular Design  over de kansen en uitdagingen voor de Nederlandse mode-industrie.

De mode-industrie ligt onder vuur vanwege haar negatieve impact op het milieu en de mens. Leontine Wagenaar, fashion & design expert, deed daarom in opdracht van CreativeNL onderzoek naar de ontwikkelingen op het gebied van eco- en circulair design in de Nederlandse textielindustrie. Wat is de stand van zaken en welke kansen liggen er in het buitenland? “Het oude systeem is ziek en heeft zichzelf uitgehold.”

Bekijk en lees het hele onderzoek: Transforming the Dutch Textile Sector: The Rise Of Eco- And Circular Design .

Meer specifiek deed Leontine Wagenaar in samenwerking met Modint – de brancheorganisatie voor mode, (bedrijfs)kleding, tapijt en (interieur)textiel – een nulmeting die als fundering moet dienen voor de internationale kennisuitwisseling die CreativeNL in eerste instantie wil opzetten.

Leontine Wagenaar

Wat is de aanleding van dit onderzoek?

“Met name de laatste 15 jaar is kleding steeds goedkoper geworden. Ten koste van de kwaliteit, maar ook ten koste van het imago van de industrie. De glans is ervan af. Ik begon mij te generen voor alle troep die er op de markt verscheen, maar ook voor de arbeidsomstandigheden waaronder kleding wordt gemaakt – die door goede documentaires aan het licht zijn gekomen. Dit is natuurlijk niet alleen bij de goedkopere merken en retailers het geval, ook premium brands weten van onderhandelen. De zwakste schouders dragen de zwaarste lasten, zullen we maar zeggen. Produceren in lage lonen-landen heeft ook gemaakt dat het een ‘ver van ons bed show’ is geworden. Een oogje toeknijpen, en zoveel mogelijk marge maken.”

Waar was je zelf het meest benieuwd naar?

“Wat er in Nederland allemaal al gedaan wordt op duurzaam gebied waar we als industrie ook werkelijk wat aan hebben. Van niche naar norm. Op een grotere schaal, daar waar we de meeste impact mee (gaan) maken. Ook de ontwikkelingen in materialen vind ik heel erg boeiend. Wat NEFFA doet bijvoorbeeld, zij hebben een 3D-fabriek met een bodyscan voor biofabricaten geopend om kleding, schoenen en accessoires te maken.”

FOTO The Fabricant

Wat zijn de voornaamste bevindingen?

“De samenwerking tussen het hoger beroepsonderwijs en de industrie levert waardevolle resultaten op. Het project ‘Going Circular, Going Cellulose’ (GC)2 – een samenwerkingsproject tussen Saxion Hogeschool, ArtEZ en de industrie – bijvoorbeeld bracht technische onderzoekers, textielbedrijven en ontwerpers samen om circulaire ontwerpstrategieën voor textielproducten te ontwikkelen. De focus lag op het combineren van technisch en conceptueel ontwerp om functionele textielproducten te maken met cellulosevezels zoals gerecycled katoen en hennep. Nog een voorbeeld is het ‘innovatieve ecosysteem’ NET (New Ecosystems in Textiles), een samenwerkingsverband tussen ArtEZ, Saxion en de Hogeschool van Amsterdam, dat een grote – 8-jarige – SRPONG-subsidie à 2 miljoen euro heeft gekregen voor meer onderzoek naar nieuwe materialen en een duurzame waardeketen voor textiel.”

Wat stemt jou persoonlijk positief?

“Persoonlijk heb ik bewondering voor wat de industrie al zelf doet. Een recente ontdekking is Cibutex (circular business textiles). Textielservicebedrijven die met elkaar concurreren, hebben doelbewust de handen ineengeslagen op het gebied van het beheer van textielafval. Omdat ze geloven dat ze samen het verschil kunnen maken. Een ander mooi voorbeeld van samenwerkingen – zonder subsidie – is Fibershed Nederland, om het textiel- en kledingsysteem natuurlijker, lokaler en gezonder te maken.’

Wat is een onverwachte uitkomst van het onderzoek?

“Hoe transparant sommige bedrijven al zijn. Tommy Hilfiger heeft een mono-material en genderneutrale capsule collectie gemaakt, die 100% recyclebaar is door knopen, garens, labels allemaal van één materiaal te maken. Design with the end of life in mind. Ik kende het allemaal al wel maar niet zo zeer in detail, en Tommy Hilfiger deelt dat gewoon.”

Wat verraste je het meeste?

“Ik vind de ontwikkelingen in materialen heel erg boeiend. Leer maken uit de wortels van paddestoelen, een proces wat je vervolgens 3D kunt printen. Wat NEFFA doet bijvoorbeeld, zij hebben een 3D-fabriek voor biofabricaten geopend om kleding, schoenen en accessoires te maken. Denk aan mycelium of algen. MycoTEX®, een materiaal op basis van mycelium dat door NEFFA wordt gemaakt, kan lokaal worden geproduceerd met behulp van een volledig geautomatiseerd productiesysteem. Ze werken met een bodyscan.”

MycoTEX

En nu? Wat is jouw prangende advies?

“Bewustwording van de consument aanwakkeren en dat begint wat mij betreft liefst al in het basisonderwijs. Daar heb ik wel ideeën over. Het kan mij niet duidelijk genoeg gemaakt worden hoe vervuilend de modewereld is, het oude systeem is ziek en heeft zichzelf uitgehold. Communicatie over je duurzame stappen is daarnaast superbelangrijk voor je bedrijf en de consument. Op de winkelvloer en online moet het verschil duidelijk worden gemaakt waarom dat duurzamere kledingstuk iets meer kost. Dat vereist dus ook kennis bij het verkopende personeel! Investeer als bedrijf daarom structureel in de kennis en opleiding daarvan.”

Tot slot, hoe ziet jouw eigen ideale toekomstbeeld van de mode-industrie eruit?

“Digitalisering zoals 3D-ontwerp met nieuwe materialen, het transparant maken van de keten en de invoering van een digitaal product paspoort vind ik enorme goede ontwikkelingen. Dat als je een tweedehands kledingstuk koopt, je nog steeds kan zien waar het product is gemaakt en uit welke materialen het bestaat. Het lijkt mij ook goed als we meer dichter bij huis gaan produceren. Daar bedoel ik niet mee dat we weg moeten uit het Verre Oosten bijvoorbeeld, maar dat er meerdere werelden zijn voor productie, sowieso met schonere en betere omstandigheden. Dat fairtrade producten de norm zijn!”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *