Nieuws

Ontwerpers ontrafelen natuur met robots en lichtshows. Een voorpublicatie uit Dd3 Magazine

De nieuwste editie van het Dd Magazine van de BNO heeft als thema ‘Naturing’. Daaruit een voorpublicatie over ontwerpers die fysieke installaties of gestileerde landkaarten gebruiken om onze grip op onze natuurlijke leefomgeving te vergroten. Bij deze innovatieve datavisualisaties van klimaatverandering, windstromen of biodiversiteit wordt samengewerkt met filmmakers, journalisten en wetenschappers.

Iedereen die wel eens in Barcelona is geweest kent de Torre Glòries, dat druppelvormige gebouw dat de skyline bepaalt. Over die opvallende gevel golfden in het eerste weekeinde van februari wolken van kleurige lichtjes. Soms vormden de geometrische patronen letter en cijfers, om vervolgens weer af te brokkelen tot abstractie. “De kleuren en getallen verbeelden de luchtstromen langs de gevel van het gebouw”, vertelt Richard Vijgen, de Nederlandse ontwerper van deze datavisualisatie. Hij kreeg de opdracht om met een interactieve installatie de relatie van de stad en zijn omgeving weer te geven. “Net zoals een vuurtoren mensen op zee liet zien waar ze zijn, fungeert deze toren nu als een baken om de inwoners van Barcelona bewust te maken van hun veranderende omgeving.”

Fossiele brandstoffen

Uitgangspunt voor deze lichtinstallatie Atmospheric Lighthouse op de huid van het op een na hoogste gebouw van Barcelona is de wind. Komt die van de Pyreneëen, dan is de lucht koeler. Een zeewind is juist vochtiger. Zo is de stad tot wel honderden kilometers verderop verbonden met zijn omgeving. De kracht en richting van de wind worden beïnvloedt door de luchttemperatuur of het moment van de dag. Ook kan de wind zand bevatten of ijzerdeeltjes, wat de lucht zwaarder maakt en de windrichting beïnvloedt. Tot slot fungeert ook de stad zelf – met zijn strakke grid van straten – als een aanjager. Kortom, “de wind brengt de stad in relatie met de omliggende natuur”, aldus Vijgen. “Het kleurpatroon op de gevel van de Torre Glòries is een indicatie van deze relatie, die grotendeels onzichtbaar maar fundamenteel is voor het stadsleven. De toren is vanuit de hele stad zichtbaar. ”

De technische uitvoering van deze immense datavisualisatie was relatief eenvoudig. Torre Glòries heeft een glazen vliesgevel die aan staalconstructie hangt. Bij elk raam zat al een ledlamp. De toren telt 43 verdiepingen met elk 120 ramen. Ik had dus een pixelframe van 43 bij 120, te weinig voor een exacte weergave van de samenstelling en eigenschappen van de wind.” Maar dat hoeft ook niet, zegt Vijgen. “Zo’n supersysteem dat afhankelijk is van zo veel verschillende factoren is te complex om te kunnen begrijpen. Het ging mij vooral om de zintuigelijke beleving van de meteorologische data. Dat mensen uit een ooghoek kunnen zien dat de wind in de stad van zee komt. Of dat deeltjes die door de verbranding van fossiele brandstoffen juist naar zee worden geblazen. Ik gebruik technologie om de natuur juist op een intuïtieve manier te ervaren.”

Robotplant

Een gebouw gebruiken als blanco canvas – als beeldscherm, zou je ook kunnen zeggen – is een innovatieve manier om data over de leefomgeving te communiceren. Thijs Biersteker gaat nog een stap verder met zijn digitale installaties die complexe wetenschappelijke data communiceren. Zijn nieuwste creatie Econario is een robotplant die zijn bewegingen aanpast aan de ingevoerde data. “Onderzoekers van het Natural History Museum in Londen hebben een dataset ontwikkeld waarmee aan de hand van vijf miljoen meetpunten een voorspelling kan worden gedaan wat de ecologische gevolgen zijn van politieke keuzes.” Oftewel: “In hoeverre neemt de biodiversiteit in Nederland toe was als de landbouw met 50 procent inkrimpen? Hoe meer de robot omhoog beweegt, hoe meer biodiversiteit toeneemt.”

Dat deze installatie geen exacte weergave van keiharde data over biodiversiteit geeft, is ook voor Biersteker een bewuste keuze. Hij ziet zichzelf als “een vertaler van wetenschappelijke data die wat literaire vrijheid neemt”. Daarbij, “hoe kun je de biodiversiteit nou beter verbeelden dan met een plant.” Bovendien wilde hij een heel fysiek object maken. “Dat maakt de ervaring heel indringend. De boodschap van mijn installatie is tenslotte best alarmerend. Als we niet nu maatregelen nemen gaat het mis met de biodiversiteit.”

Lees ook over de nominatie van Thijs Biersteker voor de Dutch Design Awards 2022: Wie winnen een Dutch Design Award? Een waterstofzuiger, een cliché-affiche en een ‘shock’ asbak!

Met zijn installatie stond hij onlangs op The Convention on Biological Diversity in Montreal tussen de  wetenschappers en beleidsmakers. “Deelnemers stonden onder mijn plant te discussiëren aan de hand van data die ze ter plekke invoerden. Het was letterlijk een conversation piece. Dat is het bijzondere van zo’n tastbare installatie, niet alleen de data zijn real time maar de gedeelde ervaring van de kijkers ook.” Daarom laat Biersteker de geavanceerde techniek die Econario aanstuurt – “steeds wisselende data omzetten in bewegingen kost behoorlijk wat rekenkracht en mechanische precisie” – bewust uit zicht. “De installatie moet er juist lowtech uitzien. Alsof hij echt leeft.”   

Augmented reality

Maar niet alle data over natuurlijke ecosystemen zijn geschikt om met een associatieve installatie te communiceren. Soms moet de boodschap juist heel concreet zijn. Een ontwerper die bij uitstek mikt op een breed publiek met zijn visualisaties is Frédérik Ruys. Met zijn studio Vizualism werkte hij onder meer mee aan populaire tv-programma’s als Nederland van boven en het recente Ruimteschip Aarde van boven met astronaut Andre Kuipers. Ruys kiest voor een beeldende en realistische aanpak. Zo boog hij zich onlangs over de Zeeuwse delta. Van de grote hoeveelheid schepen in de Westerschelde tot de constante ontwikkeling van de natuur: dit waterrijke gebied ziet er elke dag anders uit. “Dat wordt voortdurend gemonitord maar welke informatie is bruikbaar om de Delta veilig en toekomstbestendig te houden? Dat heb ik verbeeld door de gestileerde data over realistische landkaarten en satellietbeelden te leggen. Als een augmented reality, maar dan niet interactief.”

Ruys vergelijkt zijn aanpak met journalistiek. “Ik duw de data naar een krachtig narratief met een spanningsboog.” Dat betekent ook dat hij er voor kiest om bepaalde data weg te laten. “Volledigheid staat soms in de weg van een toegankelijk en aansprekend verhaal. Vooral opdrachtgevers vinden dat eng, die willen juist volledigheid.” Maar de cijfers die hij vervolgens gebruikt zijn heilig. “Ik doe niet aan het afronden of een gemiddelden. Ik voel een verantwoordelijkheid om een zo zuiver mogelijk beeld te schetsen. De zeespiegel stijgt bij mij bijvoorbeeld niet met ruim een centimeter maar 17 millimeter. Juist nauwkeurigheid maakt een verhaal geloofwaardig.”

Tomatensoep

Dat ontwerpers voor hun datavisualisaties van natuurprocessen naar creatieve vertelmethodes grijpen is logisch, meent Ruys. “Veel natuurlijke processen grijpen op elkaar in. Als de stikstofuitstoot door landbouw daalt, vermindert ook de temperatuurstijging. Een effect dat weer teniet kan worden gedaan door meer woningbouw. Hoe verhouden zulke data zich tot elkaar? Zulke specifieke visuele ontwerpen zijn maatwerk.” Achter deze innovatieve datavisualisaties ligt volgens Vijgen een urgente vraag: “Hoe gaan we om klimaatverandering?”

Dat hoeven vervolgens geen instructieve ontwerpen met een concreet handelingsperspectief te zijn. “Een sensorische ervaring aan hoe politiek en natuur zich verhouden kan ook een krachtige boodschap hebben”, meent Biersteker. “Met Econario wil ik mensen niet alleen confronteren met de ecologische impact van politieke keuzes en maar ze ook aanzetten tot actie. Dat kan door tomatensoep naar kunst te gooien. Ik doe dat liever op gevoelsniveau.”

Dit is een ingekorte versie van een publicatie in van het Dd Magazine #3 van de BNO. Bestellen kan HIER.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *