All

Design Digger blikt terug op een turbulent design-decennium. In de jaren tien gaven de avontuurlijke en kunstzinnige ‘Dutch Designers’ het stokje over aan een aanstormende post-crisis ontwerpgeneratie met een focus op maatschappelijke thema’s als zorg, het klimaat en inclusiviteit. De 3D-printer kwam, zag… maar overwon vooralsnog niet. En na een krachtige retro-beweging eindigen de jaren tien toch uitbundig met innovatieve materialen en expressieve kleuren.

Do It Ourselves

Het boek Do It Ourselves. A New Mentality in Dutch design is het eerste overzicht van een aanstormende generatie Nederlandse ontwerpers  die is opgeleid in de jaren tien. Daarvoor zijn 197 verrassende, soms ontregelende maar altijd innovatieve ontwerpen geselecteerd. Ook bevat het boek tien manifesto’s, acht interviews en vijf essays. Deze ontwerpgeneratie is gevormd tijdens en door een diepe economische crisis en weet daarom dat grote veranderingen nodig zijn.

Do It Ourselves. A New Mentality in Dutch design

Armoede, fake news maar ook vleesschaamte en natuurlijk de groeiende plasticsoep– het is slechts een kleine greep uit de dringende maatschappelijke vraagstukken onderwerpen waarover ze zich buigen. Betrokken, samenwerkend en onbevangen experimenterend – dat is de nieuwe mentaliteit van deze postcrisis designers. Ook opvallend: het ego is opzij geschoven. Roem en succes zijn niet langer het doel. Impact en relevantie, dáár gaat deze post-crisis generatie voor. Design gaat niet meer om dat ene iconische object maar om een verandering in gang zetten. Koop het boek hier.

Nature in Cube

De natuur is kapot, bijvoorbeeld door gemanipuleerde landbouwgewassen. Maar ook door klimaatverandering, de plasticsoep in zee, houtkap in de Amazone, walvisjacht en, tja wat eigenlijk niet. Gelukkig is er design, dat een belangrijke rol kan spelen in het herstellen van de natuur en daarmee in het voortbestaan van de mensheid. Dat is het uitgangspunt van de ambitieuze expositie Nature: collaborations in design die designmuseum Cube in samenwerking met het Cooper Hewitt Museum in New York – het grootste designmuseum ter wereld! – heeft samengesteld.

Te zien zijn 62 welgekozen projecten van ontwerpers die bijdragen aan het herstel van de harmonie tussen mens en natuur. Opvallende Nederlandse projecten zijn: 3D-geprinte objecten van zeealgen van het Nederlandse duo Studio Klarenbeek & Dros, de door regendruppels  gedecoreerde textielcollectie Rain van Aliki van der Kruijs, de futuristische antropoceen-grondstoffen van Shahar Livne en de duurzame lamp Electric Life van Teresa van Dongen.

Het sfeervolle tentoonstellingsontwerp van Studio Van der Lubbe & Van Eijck is zelf ook circulair trouwens. De materialen voor sokkels, wandpanelen en vloerdelen (bijvoorbeeld dikke wolpluizen uit oude vloerkleden bij ‘opruimen’) zijn afkomstig uit de directe omgeving en recyclebaar. De footprint van Nature is dus nihil.

Waar de al even ambitieuze designmanifestatie Broken Nature van MoMa-curator Paola Antonelli in de Triennale in Milaan een pessimistisch beeld schets, is Nature van ‘Cube & Cooper’ hoopvol. De soms speculatieve, soms praktische maar altijd inventieve ontwerpen die de natuur verklaren, stimuleren, na-apen en versterken – ja, soms zelfs verbeteren! – kunnen onze aarde leefbaar houden.

 Milan Design Week

Ook in Milaan is groen de trend dit jaar. Werkelijke elke showroom en labelpresentatie is letterlijk opgefleurd met bloemen, planten en soms zelfs heuse bomen. . Overal wuifden weelderige planten, riet en bamboe. Sabine Marcelis mag de etalages van het grootse warenhuis La Rinascente tegen de Duomo inrichten, een prestigieuze opdracht die ze uitvoert met een ingetogen stilleven van kleur en planten.

Ook wordt ingespeeld op een nieuwe trend: nomadisch leven. De jobhoppende millennials trekken van stad naar stad. Geschikte grootstedelijke woonruimte is bovendien schaars, wat noopt tot een nomadisch bestaan. Een gat in de markt dus deze lichtgewicht en super makkelijk te (de)monteren interieurcollectie, bestaande uit een fauteuil, een tafel, een plafondlamp, een muurlamp met spiegel en kamerschermen. Alles is met spanbanden en kliksystemen in een handomdraai opgebouwd. Het complete interieur past in een rugzak en weegt amper twintig  kilo (net niet genoeg voor handbagage in een vliegtuig). Het ontwerp is van designduo Panter Tourron; deze Fransman en Italiaan hebben een designstudio in Portugal dus ze weten waarover ze het hebben.

Wim Crouwel overleden

Lange tijd werd Crouwel – onterecht – omschreven als de apostel ‘De Nieuwe Lelijkheid’. Hij zou rigide en alleen maar in rasters en systemen denken. Een maker van saai, zelfs geestdodend design. Niets is minder waar! De knallende kleurcombinaties, de frivole letters die soms over elkaar buitelen en vooral de handmatige precisie waarmee hij tekende getuigen van enorme creativiteit en vormlust. Crouwel was een ontwerper die weliswaar streeft naar ordening maar toch complex en gelaagd werk maakt. Ja, hij hield van rechte lijnen. Maar hij was allesbehalve rechtlijnig.

Zeker zijn beginjaren worden gekenmerkt door een enorme experimenteerdrift. Neem zijn allereerste posters voor het Van Abbe Museum in Eindhoven. Letters lijken een duet te dansen op het papier zijn zowel abstract als figuratief – ze zijn een pakkend logo maar ook een geometrisch kunstwerkje. Het zijn precies de uitersten waartussen Wim Crouwel zijn hele loopbaan opereerde. Soepel combineerde hij werk voor de culturele sector met commerciële opdrachten. In weerwil van de digitale uitstraling van zijn werk – het New Alphabet wordt wel gezien als de eerste computerletter – was Crouwel bovenal een ambachtelijk ontwerper, diep geworteld in de 20ste eeuw.

De ironie wil dat zijn beroemdste letter, de Gridnik feitelijk werd ingehaald door de computer. Crouwel werkte aan een nieuw lettertype voor de Italiaanse fabrikant van schrijfmachines Olivetti. Maar door de introductie van de computer was er geen interesse meer in. Dit ontwerp zou hij vervolgens uitwerken tot de Gridnik. De oorspronkelijke letter zou overigens ook nog door bijna elke Nederlander onder de dertig jaar worden gebruikt als de ‘cijferpostzegel’.

Niet zo gepland, maar niettemin heel actueel is de solo-expositie Wim Crouwel: Mr. Gridnik. Stedelijk Museum Amsterdam die kort na zijn dood opent. Het is níet de gedroomde overzichtsexpositie die recht doet aan de veelzijdigheid van misschien wel de belangrijkste Nederlandse ontwerper. Daarvoor ontbreken te veel van zijn befaamde werken en ook is de verhalende context te summier. Maar wat de compacte presentatie van hoofdzakelijk posters en catalogi wél biedt, is een fascinerend beeld van de estheet Wim Crouwel.


Ingo Maurer overleden

Nog een design-reus die ons dit jaar ontvalt is de Duitse lichtontwerper Ingo Maurer. Kenmerkend voor zijn oeuvre zijn ontregelende humor en herkenbare referenties. Het uitgangspunt is vaak één helder concept, zoals de Lucellino (1992), het wit peertje met twee engelenvleugeltjes dat zijn ‘handtekening’ zou worden.

Ingo Maurer

Maurer heeft een vaste collectie van meer dan 150 lampen; daarnaast maakt hij architectonische lichtinstallaties voor winkelcentra, hotels en andere grote gebouwen. Met zijn expressieve lichtobjecten is de zachtaardige Maurer in de jaren tachtig een van de eerste ontwerpers die het postmodernisme omarmt. Tegelijkertijd blinkt Maurer ook uit in technische vernuft. Hij bleef tot op het einde van zijn leven actief.

Ingo MaurerLucellino

Dutch Design Awards

De Dutch Design Awards kregen dit jaar wéér een nieuwe opzet. Niet langer is er één overkoepelden winnaar. Rode draad bij deze zeventiende editie is “een aanstekelijk soort optimisme”, aldus de achtkoppige jury, bestaande uit vooraanstaande Nederlandse designprofessionals.

De Sett CE (Beste Product), een ontwerp van Peter van der Water, is op het eerste oog een ingetogen bank, ietwat gewoontjes bijna. De sofa bestaat voor 95 procent uit gerecyled materiaal, dat ook nog minimaal tien kaar kan worden hergebruikt. Fabrikant Gispen heeft daarbij het eigen plasticafval gebruikt. De afzonderlijke onderdelen van de sofa kunnen bovendien worden verwerkt tot nieuwe producten.

Peter van der Water – Sett CE (Beste Product)

De prijs voor het Jong Talent gaat naar Simone Post, die eveneens hergebruik van restmateriaal uit bestaande productieprocessen onderzoekt. Zo maakt de Rotterdamse ontwerper in opdracht van sportmerk Adidas een stoer vloerkleed van oude sportschoenen. “Zij weet ze de (productie)systemen binnen een bedrijf feilloos te deconstrueren, om vervolgens binnen die context een eigen project vorm te geven; zonder de merkidentiteit van de opdrachtgever te verliezen”, aldus de jury over Post. 

Simone Post (Beste Talent)

Het Beste Gebouw is de LocHal, een reusachtige spoorweghangar die op een slimme manier is getransformeerd tot eigenlijk een tiental kleinere gebouwtjes die op een spannende en toegankelijke manier zijn geïntegreerd, waaronder flexwerkplekken, een bibliotheek, café, expositieruimte en als blikvanger een monumentale trap die tribune én ontmoetingsplek is.