All

Ontwerpers houden niet van toeval. Een kleur die eenmaal opgedroogd net iets donkerder uitvalt. Of een lamp die juist te fel licht geeft. Het zijn allemaal hinderlijke zaken die afleiden van een zorgvuldig gecreëerd totaalbeeld. Niet grafisch ontwerper en illustrator Rop van Mierlo (1982, Gemert). Die speelt met spontaniteit en toeval. Hij omarmt het zelfs.

“Niet te veel nadenken maar gewoon doen”, zo omschrijft Van Mierlo de ‘nat-op-nat’ verftechniek waarmee hij een heel dierenrijk organisch heeft laten groeien. Op een drijfnat papiervel schildert hij in grove lijnen en met minimale tinten met waterverf of inkt de contouren van een dier. Met zwart worden details als neuzen, ogen en hoeven aangebracht. De natte tekeningen legt hij weg, waarna de kleuren in elkaar doorlopen. Deze techniek heeft hij zo verfijnd dat hij een dier tot zijn essentie terugbrengt. De eekhoorn is vooral een lange krulstaart. Krokodil? Puntbek. Zelfs bij dieren met dezelfde kenmerken zijn de verschillen treffend. De giraffe heeft een lange, gele nek met uitvergrote bruine stippen, de tijger juist een amorf lijf. Een zebra wordt een zwart-wit strepenpatroon, de koe juist zwart-witte vlekken. Nooit haal je ze door de war.

Rorscharch-test

Maar let je even niet op, dan zie je slechts een abstracte kleurcompositie. Zeker van dichtbij, als er waterige kleuren overblijven die in grillige, bijna psychedelische patronen in elkaar overlopen. Het is deze spanning – kijk ik nou naar een olifant of gewoon vijftig tinten grijs? – die deze dieren zo onweerstaanbaar maakt. Alsof je naar een Rorscharch-test kijkt, die abstracte tekeningen van symmetrische inktpatronen, maar dan zonder een psychiatrisch eindvonnis. De tekeningen van Van Mierlo zijn meer een vrolijk gezelschapsspel. Iedereen kiest zijn eigen favoriet. De troste haan. Een funky papagaai. Of de panda omdat nou ja iedereen panda’s lief vindt.

Op intuïtie laat hij kleuren vloeien. Daarbij voortgedreven door haast – nog iets waar de meeste ontwerpers niet van houden. De tekening moet immers af zijn voor het papier opdroogt. Kind kan de was doen, denk je dan. Wellicht is dat ook waarom juist volwassenen er zo wild van zijn. Het zijn spontane kindertekeningen gemaakt door een professionele illustrator, zo veel is ook in één oogopslag duidelijk.

Want zijn techniek is veel minder een aaneenschakeling van ‘happy accidents’ dan het lijkt. Hij schaaft en schuurt er inmiddels al meer dan tien jaar aan. Aanvankelijk als student aan de Design Academy Eindhoven, waar hij met een illustratie moest maken over de menselijke drang om de dieren te overheersen. Maar hoe kon hij dieren tekenen, zonder ze zelf te temmen in een hard silhouet en versimpelede kleuren? Totdat hij zich de aquarellessen op de Vrije School herinnerde. Als eerste probeerde hij een tijger. Spot on. Het dier blijft ongetemd en wordt toch gevangen op papier. Wil en toch in één oogopslag herkenbaar. Hoewel hij zeker niet alleen roofdieren ontwerpt, hanteert hij daarom tot op de dag van vandaag de naam Wild Animals voor zijn getekende dieren.

Streetcredibility

Van Mierlo ziet direct de potentie van zijn ambachtelijke  dierentekeningen en in 2010 brengt hij een prentenboek uit, in eigen beheer want uitgevers van kinderboeken waren niet geïnteresseerd. Na een kleine pop-up lancering op Dutch Design Week gaat het razendsnel. Een jaar later wint hij er een Dutch Design Award mee. Internationale erkenning volgt; zijn boeken worden inmiddels verkocht in vooraanstaande museumwinkels als het MoMa in New York.  Daarop volgen enkele uitstapjes met bekende luxury labels als Marni en Hermès maar ook het underground skatemerk Pop Trading Company. Als voormalig graffiti schrijver heeft Van Mierlo ook streetcredibility. Voor wie het kan betalen vereeuwigt hij af en toe een huisdier. Al ontwerpt hij met even veel gemak een linoleumvloer voor Forbo. Of posters voor HAY.

In 2020 wordt Wild Animals een collectie met onder meer beddengoed, pyjama’s, cadeaupapier, bekers en sokken. Ook zijn er hoogwaardige wandkleden van ruim twee bij anderhalve meter, vervaardigd op de computergestuurde weefmachines naar het Textiellab. Naast deze wandkleden wordt hier ook een serie van drie vloerkleden getuft. Bij deze techniek worden gekleurde wollen lusjes met een computergestuurd precisie-pistool in een weefsel geschoten, waardoor het lijkt het alsof de vloerkleden steek voor steek zijn geborduurd. Voor de herkenbaarheid wordt altijd gekozen voor één dier. Welke ligt voor de hand: de tijger, de allereerste tekening die van Mierlo ooit maakte. De ‘tiger merch’ wordt gefaseerd uitgebracht met drops, een trucje uit de streetwear industrie. De kindertekening is een volwassen merk geworden. In een exclusieve oplage van twintig stuks worden drie wankleden gelanceerd van mohair en merino wol; een vlinder, een hondje en een mandril (elk 2500 euro).

De wilde dieren zijn losgebroken van het papier. Ze gaan zelfs de politiek in. Van Mierlo heeft een serie posters gelanceerd voor de Partij voor de Dieren. Maar zelfs op dit forse formaat blijven de intrigerende nat-op-nat kleuren intact. Uiteindelijk maakt het niet uit waarop de wilde dieren van Van Mierlo zijn afgebeeld. Of waarvan ze zijn gemaakt. De onweerstaanbare aantrekkingskracht zit ‘m juist niet in de perfecte afwerking maar in de suggestie. Er is niet meer nodig dan wat waterige kleuren om kinderlijke fantasiewerelden te openen. Een leeuw die sip kijkt. Een oenige uil. Het zijn persoonlijkheden, wild én aaibaar. Spannend en lief.