All

Om ervoor te zorgen dat onze samenleving in de toekomst niet opnieuw zwaar getroffen wordt met een nieuwe pandemie, zullen openbare ruimtes worden ontworpen die ook zonder onze handen kan worden gebruikt. Dat is het uitgangspunt van het onderzoeksproject Neo Hygiëne van ontwerper Govert Flint. “Inmiddels is wordt algemeen bekend dat een virus ook kan overleven op kunststoffen en metalen. Een griepvirus kan een tot twee dagen overleven op een niet-poreus oppervlak. Na aanraking kan het nog vijf minuten op je hand in leven blijven.”

De openbare ruimtes is nu zo ingericht dat gebruik van handen onvermijdelijk is. Denk aan de handvatten in de bus, de knop voor het verkeerslicht of toetsen van een geldautomaat. Om pandemieën in de toekomst te voorkomen zullen volgens de Eindhovense ontwerper nieuwe richtlijnen worden opgesteld voor het ontwerp van knoppen en handvatten in publieke ruimtes. “Hoe kan de de verspreiding van een virus via knoppen en handvatten worden geminimaliseerd, terwijl de openbare ruimte functioneel blijft?”

De vraag stellen is deze beantwoorden, toch? “Door de openbare ruimte zo in te richten dat we onze ellebogen, schouders, benen en voeten gebruiken wanneer we met onze omgeving interacteren. Als alle openbare ruimtes lichamelijke knoppen hebben, wordt het gebruiken van ons lichaam voor het bedienen van apparaten een nieuwe standaard. Lichamelijke knoppen zullen in het begin vooral worden toegepast in publieke ruimtes. Dit kan een inspiratie zijn voor een herontwerp van school, bibliotheken en andere semi-openbare gebouwen waar mensen toiletten, stoelen en tafels delen. Uiteindelijk kan dit een voorbeeld zijn voor kantoren en vergaderruimtes.”

Hoe zullen lichtschakelaars en deuren, gedeelde keukens, gedeelde bureaus en toiletten eruit zien wanneer wij ze niet meer aanraken met onze handen maar met andere lichaamsdelen? “Bijvoorbeeld met een ‘lean on me’-knop voor verkeerslichten. Door met de schouders op de knop te leunen, kan men voorkomen dat het oppervlak wordt aanraakt voor het geval een griep of een virus de samenleving treft. Ook kan gedacht worden aan voetpedalen. Deze zijn nu al in gebruik bijvoorbeeld voor het bedienen van kranen op de wc van een benzinestation. Wellicht zal het ons inspireren om ook met onze voeten nieuwe toepassingen te ontwerpen voor het in- en uitschakelen van de verlichting, het openen van deuren enzovoort.”

Dat klinkt nogal lowtech. Er zijn toch ook mogelijkheden voor technologische toepassingen? “Nou en of! Denk aan bewegingssensoren. Er zijn al sensoren beschikbaar om te typen zonder het toetsenbord aan te raken. Leap Motion is een toepassing waarbij een bewegingssensor de vingers leest. Dat is gebaseerd op een virtueel skelet dat inzichtelijk maakt welke bewegingen de handen en vingers maken. Virtueel begrijpt de sensor welke knop je met welke vinger indrukt. Deze interfaces kunnen de standaard worden bij geldautomaten en ticketautomaten. Het zal ons het gevoel geven in Steven Spielbergs’ film Minority Report te zijn waarin Tom Cruise zijn computer bestuurt door zijn handen in de lucht te bewegen.”

FOTO Leap Motion

Wat zijn de gevolgen voor het openbaar vervoer? Hoe kunnen we metrowagons en bussen opnieuw ontwerpen zonder dat wij ze met onze handen hoeven aan te raken? “In plaats van dat je jezelf vasthoud aan een paal, zullen bussen, treinen en metro’s worden ontworpen om jezelf steun te geven door ergens tegenaan te leunen. Voor drukke metrolijnen kunnen horizontale steuntjes en kussens ondersteuning bieden. Een extra voordeel van het hebben van steunplekken is dat de meeste gebruikte plaatsen voorspelbaar zijn. Men weet waar men leunt en in welke richting het gezicht kijkt. In het geval van een dreigend virus, kunnen deze plekken worden uitgerust met schermen om te voorkomen dat mensen niezen of hoesten richting mede-forensen. Al is het nog ontwerpuitdaging om horizontale steuntjes te plaatsen bij gangpaden. Hoe trek je bijvoorbeeld een steuntje uit een paal zonder je handen daarvoor te gebruiken?”

‘Sitten’, een hybride tussen zitten en staan.
FOTO Mecanoo / NS

Het zit in onze natuur om onze handen te gebruiken. Onze handen zijn uitgerust met veel zenuwen waardoor we nauwkeurige waarnemingen kunnen doen. Biologisch gezien zal de behoefte blijven bestaan om te voelen met onze handen. Hoe ga jij hiermee om als ontwerper? “Met gebruik van coatings en materialen zullen innovatieve en veilige handbedieningen worden ontworpen. Er zijn nano-coatings met een antibacteriële functie waarmee het oppervlak van een apparaat of voorwerp hygiënisch is en tegelijkertijd de behoefte aan manuele prikkeling vervult. Deze coatings gaan het mogelijk maken om zelfs texturen zoals nepbond hygiënischer te doen zijn dan de huidige afneembare materialen. Dankzij nieuwe inzichten blijkt dat een virus veel minder lang – ongeveer 8 tot 12 uur – in leven blijft op karton of papier. Er zal dus worden gezocht naar ultra poreuze materialen. Dankzij Neo Hygiëne krijgen wij een heel nieuw gevoel bij wat ‘schone’ materialen zijn. Dit stelt ontwerpers in staat om te reageren op de vermindering van het gebruik van handen in openbare ruimtes. De handvatten die in publieke ruimtes worden ingezet, zullen met extra aandacht worden ontworpen. Met deze coatings kunnen ontwerpers het aanraken met de handen verheffen tot een beleving voor de handen. En dat zonder een bedreiging te vormen voor de volksgezondheid.” 

Elephunk – Alissa + Nienke
FOTO Enrichers

Dit zijn allemaal kostbare en intensieve aanpassingen, is dat echt noodzakelijk? Geleidelijk zal het openbare leven toch weer normaal worden? “Viroloog Kevin Ariën vertelt ons dat een toename van de wereldbevolking zowel de natuur en de intensieve landbouw onder druk zet. Druk op de veeteelt en wilde natuur maakt dat mensen wereldwijd meer interactie hebben met zowel wilde dieren als vee. Bovendien is de wereld meer verbonden. Er zijn virologen die voorspellen dat we in de tweede helft van deze eeuw elk decennium een pandemie zullen zien. Als een uitbraak van een virus een standaard bedreiging wordt, wordt het een element waarmee we gaan ontwerpen. Wat je als samenleving niet wilt is het gevoel krijgen dat publieke ruimtes musea worden waarin overal bordjes staan met ‘niet aanraken’. Voor nieuwe productinteracties is het belangrijk dat we niet alleen kijken naar het voorkomen van aanraking, maar juist naar creatieve alternatieven van aanraking.”

Hoe moet de Neo Hygiëne worden gerealiseerd? “Door samenwerking tussen industrie, overheid en ontwerpers. In samengestelde teams moeten brainstorm-sessies worden georganiseerd om voor verschillende prijsklassen en doeleinden alternatieve ontwerpen te bedenken. De Neo Hygiëne is een uitgelezen kans om juist nieuwe belevingen te gaan realiseren. Het kan juist erg leuk zijn om met je voet een knop in te drukken. Tijdens een WK voetbal kunnen merken stoplichten sponsoren door van een knop een voetbal te maken met wellicht een minigoal. Met een flinke dosis creativiteit kunnen we de inzichten die we nu verkrijgen in tijden van Corona juist benutten om dichter bij onze natuur te komen en de spelende mens meer te gaan voorzien in de publieke ruimtes van onze toekomst.”

Zijn er historische voorbeelden van hoe de openbare ruimte zich heeft aangepast aan nieuwe inzichten in het verbeteren van de volksgezondheid? “Heel veel zelfs. Parijs werd in de 19e eeuw door Haussmann herbouwd, niet alleen om te voorkomen dat burgers gingen rebelleren, maar het nieuwe ruime stedenbouwkundige ontwerp werd ook gebouwd voor het nieuw ondergrondse rioleringssysteem waarmee er meer hygiëne kwam in het centrum van Parijs. In het begin van de 20e eeuw promootte moderne architectuur grote ramen in openbare gebouwen om ervoor te zorgen dat er zo veel mogelijk natuurlijk licht binnenkomt. Hiervoor hadden scholen ramen boven ooghoogte met de filosofie dat kinderen daarmee niet afgeleid zouden worden. Grote ramen van moderne architectuur waren niet alleen bedoeld om meer ruimtelijke kwaliteit te creëren, maar deze nieuwe architectonische taal ging hand in hand met nieuwe inzichten van artsen over hoe zonlicht kinderen gezonder maakt. In het begin van de 20e eeuw werden nieuwe scholen ontworpen op basis van de principes van het genereren van toegang tot frisse lucht en daglicht. De ‘Openluchtschool’ ontworpen door architect Jan Duiker in Amsterdam is een goed voorbeeld van hoe moderne architectuur samen met artsen is ontworpen. Elk klaslokaal had een balkon met dezelfde afmetingen als het klaslokaal zelf. Zodra het weer dat toeliet, vond de les buiten plaats.”