All

Vegan design is een – voorzichtige – trend. Maar het valt nog niet mee om een product te ontwerpen dat het welzijn van dieren op geen enkele manier schaadt. “Dat leer niet kan worden gebruikt, ligt voor de hand. Net als dons”, inventariseert vegan designer Erez Nevi Pana, die in 2014 afstudeerde aan de Design Academy Eindhoven met een serie producten van zout.

“Maar ook zijde is bijvoorbeeld non-vegan, want het wordt gemaakt door de zijderups die daarvoor gevangen wordt gehouden.” Dierlijke bestanddelen kunnen ook onzichtbaar zijn, bijvoorbeeld in lak en lijm waarin vet of botten zijn verwerkt.  Zelfs een houten stoel is daarom niet vanzelfsprekend vegan. “Het schuurpapier dat wordt gebruikt om het hout te bewerken kan dierlijke bestanddelen bevatten. Een kwast of verfroller kan gemaakt zijn van haren van een varken of paard.”

Dead Sea Collection van Erez Nevi Pana

De Israëlische ontwerper Nevi Pana in 2018 ontwierp een krukje van zout als voorbeeld van wat veganistisch design kan zijn. De houten poten waren verweerd en de zitting was bedekt met vreemde witte kristallen. Het krukje was door de ontwerper wekenlang in de Dode Zee gelegd, waardoor een grillige zoutstructuur zich had afgezet op het hout. De verhalende symboliek lag er duimdik bovenop. Ooit werd zout gezien als ‘het witte goud’. Inmiddels weten we niet meer wat we er mee moeten, terwijl de hoeveelheid alleen maar toeneemt door industrialisatie en klimaatverandering. Zou het dan niet geweldig zijn als uitgerekend dit zout een alternatief zou zijn voor de milieubelastende bio-industriële grondstoffen. En wat is beter geschikt om dit verhaal te verstellen dan zout uit de Dode Zee, een plek zonder dierlijk leven?

‘Cruelty free’ design

Makkelijk was het dus niet om het eerste ‘officiële’ veganistische meubel te ontwerpen. Gwyneth Paltrow was nog een early adapter toen ze in 2019 met haar cruelty free-lijn Goop naast beauty en mode ook accessoires als kussen en beddengoed uitbracht. Waarna het Italiaanse luxelabel Cassina een sofa van Philippe Starck lanceerde gemaakt van Apple Ten Lork, een kunstleer gemaakt van appelschillen en -klokhuizen. Ook Meghan ‘Gravin van Essex’ Markle liet de babykamer van prinsje Archie schilderen met vegan verf, zo postte ze trots op Instagram. Reguliere verf bevat namelijk caseïne, een eiwit uit koeienmelk.

De Cassina-sofa van Philippe Starck van Apple Ten Lork

Verf zonder caseïne, je moet het maar weten. Hoe zie je nou of een meubel diervriendelijk is gemaakt? “Dat is inderdaad nog lastig”, zegt de Australische interieurontwerper Alina Dürr en auteur van het standaardwerk Vegan Interior Design . “Ik heb interieurs ingericht voor veganisten die op een kussen van dons siepen en synthetische verf gebruikten. Ze stonden er gewoon niet bij stil. Als ik dan begin over vernissen waarin bijenwas is verwerkt of matrassen gevuld dierenharen zit de schrik er helemaal in.” Waar de 200 duizend veganisten in Nederland worden bediend met complete voedsellijnen en gespecialiseerde supermarkten moeten ze de inrichting van hun huis zelf uitzoeken. Gewoon vragen waarvan een product is gemaakt, is daarom haar advies. “Ook al krijg je misschien niet altijd een duidelijk antwoord. Maar zo dwing je fabrikanten om zelf ook bewuster te worden van de grondstoffen die ze gebruiken. De vraag bepaalt het aanbod tenslotte.” Als het aan Dürr (veganist sinds de geboorte van haar dochter in 2017) ligt, komt er een “ingrediëntenlijst” voor meubels en andere producten, net als bij voedsel.

Al zijn er inmiddels ook websites die de kritische consument bij de hand nemen, zoals Vegandesign.org van de Amerikaanse veganfluencer Deborah DiMare. Naast een handige onlineshop en een lijst van diervriendelijke merken worden cursussen aangeboden voor zowel professionals als de doe-het-zelf inrichter. Daarnaast reikt de Britse dierenrechtenorganisatie Peta de jaarlijkse Vegan Home Awards uit. De Angelsaksische landen lopen duidelijk voorop in de trend. De Nederlandse ontwerper Tjeerd Veenhoven was in 2019 een van de winnaars met zijn onderzoek naar palmleer. Door stugge palmbladeren te behandelen met vetten worden deze buigbaar, waarna Veenhoven ze met een zelfontwikkelde techniek verlijmd tot een stevig leer. Voor de productie van de collectie van slippers, tassen, etuis en een bescheiden meubelcollectie werkt hij samen met Indiase ambachtslieden. “Bij de start van het project tien jaar geleden dook de media erop omdat ik gebruik maak van lokale ambachten in India. Daarna verschoof de aandacht naar het gebruik van afval en reststromen uit de palmindustrie. En nu wordt het palmleer geprezen omdat het diervrij is.”

Palm Leather Chair – Tjeerd Veenhoven

Bio-industrie

Naast palmleer experimenteert Veenhoven – “geen veganist, wel vegetariër – met kleurpigmenten van tulpen, een vloerlaminaat van aardappelzetmeel en isolatiemateriaal van lisdodde. “Nu ik erover nadenk, mijn hele ontwerppraktijk is diervrij.” Ook nieuw is Sashi Fungi, een leer vervaardigd van schimmels. “De voet van de oesterzwammen snijd ik in dunne plakjes die ik als een lappendeken over elkaar leg. Eenmaal aan elkaar gegroeid vormt dit een prachtig mozaïek van duurzaam leer die wel vier meter lang kan zijn, zonder lelijke stiknaden. Om zijn veel soorten kunstleer eenvoudiger te verwerken met bijvoorbeeld kleurpigmenten.” Daar staat tegenover dat kunstleer enkele gunstige eigenschappen van echt leer mist, zoals trekkracht en bestendigheid. “Maar”, verzekert Veenhoven, “het is een kwestie van tijd tot dit kwaliteitsverschil is overbrugd. Hoogwaardige plantaardige alternatieven voor textiel zijn er bijvoorbeeld zat. En kijk naar plastics, daarvan worden na honderd jaar ook nog steeds hoogwaardigere soorten ontwikkeld.”

De zouttoepassing van Nevi Pana is inmiddels doorontwikkeld tot een industriële toepassing. In het prestigieuze nieuwe Luma Museum van starchitect Frank Gehry in het Zuid-Franse Arles dat deze zomer opende, zijn de liftgangen bedekt met wandpanelen vol prachtige decoratieve zoutkristallen. De productie daarvan is enigszins vergelijkbaar met de zoutkrukken van Nevi Pana. Metalen frames zijn in de ondiepe zeebaai van de Camargue gelegd, een natuurgebied bij Arles. Maar dit maakproces is inmiddels zo verfijnd dat honderden zoutpanelen van ongeveer vijftig bij vijftig centimeter kunnen worden ‘gekweekt’.  Naast diervriendelijk is dit lokaal vervaardigde materiaal 100 procent recyclebaar, zegt Henriëtte Waal, hoofd van het onderzoekslab Atelier Luma, waar het procedé is ontwikkeld. “Bovendien onttrekt zout vocht aan de lucht en heeft een zuiverende werking. Het is antibacterieel.” Maar vooral, de milieu-impact van de productie is nul. “Er is alleen wind, zon en zeewater voor nodig.”

Tegels in het Luma Museum in Arles, Frankrijk

De motivatie van de vegan ontwerpers kunnen verschillen. Zo worden Waal en ook Veenhoven gedreven door duurzaamheid. “De bio-industrie is nu eenmaal een van de grootste stikstof producenten”, zegt de ontwerper van palmleer. Voor Dürr weegt ook een schoner persoonlijk leefklimaat mee. “Veel synthetische en dierlijke materialen zijn giftig. Als je nagaat waarmee leer is bewerkt, dat is feitelijk geen natuurlijk materiaal meer. Net als een plantaardig voedsel zijn ook veganistische producten gezonder.” Een overtuigd dierenactivist als Nevi Pana is strikter in de veganistische leer. Ook een duurzaam textielvezel vervaardigd van kokosharen, een reststroom uit de plantaardige olie-industrie, is onacceptabel. “Hoe worden kokosnoten veelal uit de bomen gehaald? Door apen. En dat doen ze heus niet vrijwillig.” Rubber en plastics zijn eveneens taboe “Deze materialen worden op dieren getest of dragen indirect bij aan de uitbuiting ervan. Denk aan de plastic soep in de oceaan.” Met als ultieme consequentie: “Veganisme is een levensstijl die een geweldloze en harmonieuze relatie tussen mens en dier nastreeft. Vegan design kan daarom uitsluitend worden gemaakt door vegan ontwerpers.”

3D-geprinte objecten van algen van Studio Klarenbeek & Dros

Tesla en BMW

Maar uiteindelijk zullen niet ideologische maar economische factoren het succes van vegan design bepalen, zegt De prijs is weliswaar nog iets hoger maar veel consumenten zijn bereid dat verschil betalen. Daarbij, als dierlijke grondstoffen straks zwaarder worden belast – “wat onvermijdelijk is”, aldus de investeerder – zijn de rollen omgedraaid. “De grote uitdaging waar veel producenten nu al mee kampen is het voldoen aan de vraag.”

Ondertussen neemt de vraag alleen maar toenemen. De veganistische voedselindustrie is ongeveer tien jaar tijd al uitgegroeid van een niche tot een miljardenmarkt. Ook vegan fashion heeft inmiddels een serieus marktaandeel veroverd. De vraag is dan ook niet of maar wanneer de ook de interieurbranche om gaat, zegt duurzaam investeerder en veganist Michiel van Deursen, die zich met zijn investeringsfonds Capital V (“met de V van vegan”) volledig op diervriendelijk design stort. Het kapitaal dat hij verdiende met het door hem opgerichte Tweedehands.be – het Belgische Marktplaats – investeert hij in diverse veganistische startups. “Destijds waren dat er een handjevol. Nu komt er elke week een handvol bij.”

Een Tesla-interieur van plantaardig leer

Van Deursen heeft onder meer belangen in producenten van kunstleer van olijven (Mink) en ananasbladeren (Pinatex). Deze grondstoffabrikanten staan volgens hem aan de basis van een diervriendelijke productieketen. Tesla brengt speciale vegan-edities van zijn auto’s uit en het nieuwe elektrische automerk Polestar claimt zelfs volledig diervrij te zijn. Ook bedrijven als BMW en Ralph Lauren stappen langzaam maar zeker over op plantaardige en bio-based materialen. “En dan kan het hard gaan. Stel je voor als Ikea besluit geen dierlijke materialen te gebruiken.”